Woordenschat les 26, 27, 28

nieuwsbegrip woordenschat
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

nieuwsbegrip woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Vul het juiste woord in.

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb de hele avond besteed ...... mijn huiswerk.
A
op
B
aan
C
voor
D
met

Slide 3 - Quizvraag

Tijdens de storm was er een schip .... nood.
A
met
B
voor
C
tegen
D
in

Slide 4 - Quizvraag

Zij dansten .... de maat ..... de muziek.
A
in, over
B
achter, naast
C
op, van
D
tussen, van

Slide 5 - Quizvraag

De batterij .... mijn horloge is leeg.
A
op
B
achter
C
van
D
tussen

Slide 6 - Quizvraag

Mijn broer had daar geen aandacht ....
A
tussen
B
voor
C
achter
D
onder

Slide 7 - Quizvraag

Sleepvraag.
Welke betekenis hoort bij welk woord?

Slide 8 - Tekstslide

oogappel
nevel
exploderen
oordeel
lieveling
mist
Ontploffen
mening

Slide 9 - Sleepvraag

Kies uit: bakken, kruipen, zien.
Iets door de vingers .....

Slide 10 - Open vraag

Kies uit: bakken, kruipen, zien.
Zoete broodjes ......

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent de afkorting m.i.v.?

Slide 12 - Open vraag