Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands klas 4 grammatica les 1
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica
Slide 2 - Woordweb
Ik denk dat ik een voldoende kan halen voor de toets grammatica
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
Hoe vind ik de persoonsvorm?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een voltooid deelwoord?
Slide 5 - Tekstslide
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 6 - Quizvraag
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 7 - Quizvraag
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 8 - Quizvraag
gegeten
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 9 - Quizvraag
Woordsoorten
Lidwoord = de, het, een
Zelfstandig naamwoord = namen van mensen, dieren, dingen, planten, gebeurtenissen
Bijvoeglijk naamwoord = zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Tekstslide
Het
timer
0:15
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Quizvraag
Heerenveen =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Quizvraag
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Quizvraag
Zwaar
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Quizvraag
Tafel
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quizvraag
Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) duidt een persoon, dier of ding aan.
Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is.
Slide 16 - Tekstslide
persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (boek blz. 30)
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijke voornaamwoord
Slide 17 - Tekstslide
Mijn fiets is gestolen.
Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 18 - Quizvraag
Wij hebben ons vergist.
wij =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 19 - Quizvraag
Wie haalt jullie op?
jullie =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 20 - Quizvraag
Jou - jouw
'Jou' is een persoonlijk voornaamwoord.
'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord.
Slide 21 - Tekstslide
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Welke
dj
treedt
morgen
hier
op
tijdens
het
festival?
Slide 22 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
Zij
willen
op
jouw
fiets
Slide 23 - Sleepvraag
Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.
lw
znw
bnw
vz
ww
De
eekhoorn
klom
in
de
hoge
boom.
Slide 24 - Sleepvraag
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig nw
Zij
willen
op
jouw
fiets
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide