unidad 4 compañeros deel 2
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
hablé
bebisteis
vivisteis
nacieron
cantamos
naciste
viviste
cantó
bebieron
Yo- hablar
ellos/ellas-beber
tú- nacer
él/ella- cantar
vosotros- vivir
ellos/ellas- nacer
nosotros- cantar
vosotros-beber
Tú-vivir
Slide 4 - Sleepvraag
hablar - yo - indefinido
Slide 5 - Open vraag
comer - vosotros - indefinido
Slide 6 - Open vraag
ganar- ellos (indefinido)
Slide 7 - Open vraag
empezar - tú - indefinido
Slide 8 - Open vraag
ser - ella - indefinido
Slide 9 - Open vraag
tener - usted - indefinido
Slide 10 - Open vraag
hacer - nosotros - indefinido
Slide 11 - Open vraag
noteer het werkwoord in de juiste vorm van de indefinido:
'El chico - nacer - en 2010'
'El chico - nacer - en 2010'
Slide 12 - Open vraag
Welke vraag hoort bij dit antwoord:
Yo nací en Rotterdam.
Yo nací en Rotterdam.
A
¿Cuándo naciste?
B
¿Dónde naciste?
C
¿Cuándo nació?
D
¿Dónde nació?
Slide 13 - Quizvraag
¿Cuál de estos marcadores temporales no es del "indefinido"?
A
Hace un año
B
En 2014
C
La semana pasada
D
La próxima semana
Slide 14 - Quizvraag
Vertaal: Wanneer ben je geboren
(vraagtekens mag je weglaten)
(vraagtekens mag je weglaten)
Slide 15 - Open vraag
Vertaal: Waar was je gisteren
(vraagtekens weglaten)
(vraagtekens weglaten)
Slide 16 - Open vraag
Zet het werkwoord in deze zin in de juiste vorm: Yo (aprender) leer a los 4 años
Slide 17 - Open vraag
Nota el número en español
384
384
Slide 18 - Open vraag
Nota el número en español
569
569
Slide 19 - Open vraag
Nota el número en español
2017
2017
Slide 20 - Open vraag
Nota el número en español
123
123
Slide 21 - Open vraag
VERTAAL: de aanwijzing
A
la firma
B
la pista
C
la pared
D
el ladrón
Slide 22 - Quizvraag
VERTAAL: gisterenavond
A
anoche
B
ayer
C
hoy
D
más adelante
Slide 23 - Quizvraag
Vertaal: Een week geleden
