Voorbereiding 1129-1143

1129 Wat is lijdend voorwerp bij
ἐξηργάζετο
A
τἀπὶ θάτερ’
B
σάρκας
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

1129 Wat is lijdend voorwerp bij
ἐξηργάζετο
A
τἀπὶ θάτερ’
B
σάρκας

Slide 1 - Quizvraag

1125-1130 wie doet wat?
Maak af: Agaue .................., Ino .................., Autonoe .......................

Slide 2 - Open vraag

1131 βακχῶν is
A
aanvulling bij ἐπεῖχε
B
bijv.bepaling bij ὄχλος

Slide 3 - Quizvraag

wat betekent τύγχανω + ptc?

Slide 4 - Open vraag

1133 ὠλένην
In welke regel kort hiervoor ben je dit woord al tegengekomen en wat betekent het?

Slide 5 - Open vraag

1134 γυμνοῦντο is
A
3e meerv. imperfectum passief
B
3e meerv. imperfectum medium
C
3e meerv. praesens passief
D
3e meerv. praesens medium

Slide 6 - Quizvraag

r.1135 πᾶσα
A
congrueert met σάρκα
B
is onderwerp van de zin

Slide 7 - Quizvraag

r.1136 χεῖρας
A
is acc. respectus bij ᾑματωμένη
B
is lijd.vwp. bij διεσφαίριζε

Slide 8 - Quizvraag

r.1137-1138 τὸ μὲν .....τὸ δ’ vertaal je hier als
A
de een .... de ander
B
het een ... het ander
C
sommigen ..... anderen
D
deels .... deels

Slide 9 - Quizvraag

r.1139 κρᾶτα ἄθλιον is
A
nom.ev.
B
acc.ev.

Slide 10 - Quizvraag

r.1140 ὅπερ is
A
nom.ev.
B
acc.ev.

Slide 11 - Quizvraag

in r. 1141-1142 zie je een
A
hyperbaton
B
chiasme
C
asyndeton
D
anafoor

Slide 12 - Quizvraag

r.1142 φέρει
onderwerp is
A
Pentheus
B
Dionysus
C
Agaue
D
Ino

Slide 13 - Quizvraag