GS10 nabeschouwing

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

GS10 nabeschouwing

Wie was voor 1848 de baas in Nederland?

1. de liberalen
2. de koning
3. de ministers
4. het parlement

Wie was na 1848 de baas in Nederland?

1. de liberalen
2. de koning
3. de ministers
4. het parlement

'Niet de koning zelf, maar zijn ministers zijn verantwoordelijk voor besluiten.' hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

'Recht op vrijheid van godsdienst'
hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

'De koning is gebonden aan het recht en de wet en staat niet ‘boven de wet’.' hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

'Recht op vrijheid van meningsuiting'
hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

'Als de koning iets verkeerd doet, moet een minister daarvoor verantwoording afleggen' hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

J.R.Thorbecke was leider van de..

1. conservatieven
2. confessionelen
3. socialisten
4. liberalen

'Recht op vereniging, vergadering en betoging' hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

'Je mag stemmen als je veel belasting betaald' hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

'Recht op vrijheid van meningsuiting'
hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

Bekijk deze afbeelding van de Tweede Kamer

Is deze afbeelding van de
Tweede Kamer van voor
of na na 1848? Leg je antwoord uit.

Is Nederland na de grondwetswijziging van 1848 een echte democratie?
Leg uit waarom wel of niet.