taalvariatie

TAALVARIATIE
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

TAALVARIATIE

Slide 1 - Tekstslide

1 TAALVARIANTEN

Slide 2 - Tekstslide

Welke varianten van het Nederlands bestaan er?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

afhankelijk van de context gebruik je een andere variant:
taalregister:
formeel = op het werk, op school ...
informeel = bij vrienden of familie

Slide 5 - Tekstslide

Het Nederlands telt drie varianten:
taalregister:          variant
formeel            =     Standaardnederlands
informeel        =     tussentaal of dialect

Slide 6 - Tekstslide

achterwarege, enkbeugel, tuttefrut... Van welke variant zijn dit voorbeelden?

Slide 7 - Woordweb

oef. 1, 2, 3 en 4 p. 119

Slide 8 - Tekstslide

Op welk probleem botsen nieuwkomers die Nederlands leren?

Slide 9 - Open vraag

oef. 5 + 6 p. 121-122

Slide 10 - Tekstslide

2 IN- EN UITSLUITING

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

oef. 1 p. 122

Slide 13 - Tekstslide

Iemand die Standaardnederlands praat is slimmer.
juist
fout

Slide 14 - Poll

Iemand die dialect praat is welopgevoed.
juist
fout

Slide 15 - Poll

Iemand die dialect praat, behaalt geen goede punten op school
juist
fout

Slide 16 - Poll

Iemand die Standaardnederlands praat zal later succesvol zijn.
juist
fout

Slide 17 - Poll

Iemand die Standaardnederlands praat is arrogant.
juist
fout

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

oef. 3 en 4 p. 123

Slide 20 - Tekstslide

3  SOCIOLECTEN

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn sociolecten?

Slide 23 - Woordweb

VAKTAAL

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

oef. 1 en 2 p. 123-124

Slide 26 - Tekstslide

GROEPSTAAL

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

O putain, sorry ik ben je gisteren vergeten te bellen. '...'
A
No problemo!
B
Trek het u niet aan!
C
T'inquiète

Slide 29 - Quizvraag

Waauw, die eyeliner staat je goed!, ... queen!
A
Nice
B
Ziek
C
Slay

Slide 30 - Quizvraag

Dit festival is gewoon ....
A
epic
B
awesome
C
LIT

Slide 31 - Quizvraag

Wat ben je nu weer gaan klikken bij de directeur? Je bent een echte....
A
baddy
B
snitch
C
bitch

Slide 32 - Quizvraag

Yes, bro. Ik heb gisterenavond een knap meisje...!
A
gefixt
B
geyapt
C
gespit

Slide 33 - Quizvraag

Ik ben kapot. Ben gisterenavond naar een ... geweest. Goeie beats, maar nu een kater.
A
fissa
B
doekoe
C
daggu

Slide 34 - Quizvraag

Ik kan niet trakteren, ik ben ...
A
drip
B
skeer
C
gerro

Slide 35 - Quizvraag

Wat gaan we vanavond ...? Ik heb honger.
A
droppen
B
chappen
C
cringen

Slide 36 - Quizvraag

Gaan we straks iets drinken? ...!
A
Ik ben kaulo.
B
Ik ben skibidi.
C
Ik ben chaud.

Slide 37 - Quizvraag

Stop ermee! =
A
Inaf!
B
Zizz it up
C
Rwina

Slide 38 - Quizvraag

Waar zit je? Ik ben ...
A
loesoe
B
osso
C
skorro

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Welke woorden zijn eigen aan jouw familie?

Slide 42 - Open vraag

oef. 4  p. 124

Slide 43 - Tekstslide

oef. 5 en 6 p. 125

Slide 44 - Tekstslide