3.3 - les 1

3.3 - Europa en de wereld
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

3.3 - Europa en de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
25-30 minuten: klassikaal
20-25 minuten: individueel werken

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is men anders naar Jan Pieterszoon Coen gaan kijken?

Slide 3 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen op Banda

Slide 4 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen op Banda

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is men anders naar Jan Pieterszoon Coen gaan kijken?

Slide 6 - Tekstslide

Kleine dorpjes aan het water, haven, pakhuizen, kantoren

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
1. De leerling kan in eigen woorden uitleggen waarom de VOC werd opgericht. 
-> Schrijf de redenen mee. Ik ga deze terugvragen...


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Redenen oprichting VOC
  • 1595: eerste compagnie en handel met ZO-Azië begon
  • 1602: Staten-Generaal richtte VOC op
  • 1. Wildgroei aan compagnieën 
         -> Prijzen omlaag
         -> Winsten omlaag
  • Daarom: samenvoeging; 
    VOC kreeg handelsmonopolie

Slide 10 - Tekstslide

VOC monopoliegebied 
Ten westen van de straat van Maggelaan
Ten oosten van Kaap de Goede Hoop
Waarom alleen kustplaatsen op de kaart?

Slide 11 - Tekstslide

Redenen oprichting VOC
2. Oorlog met Spanje en Portugal
  • Nederlandse Opstand (1568-1648)
  • Belasten van een winstgevend bedrijf
  • Wegjagen en vechten met Portugezen 
  • Politieke rechten: oorlogvoeren en verdragen sluiten

Slide 12 - Tekstslide

Oorlogsvloot van een handelsbedrijf
Mocht ook verdragen sluiten.

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen dat het handelen van de VOC in Oost-Azië zich kenmerkt door
  • het stichten van factorijen. 
  • het handeldrijven met en tussen overzeese gebieden.
  • het oorlogvoeren met andere grootmachten en overzeese gebieden.

Slide 14 - Tekstslide

Batavia (nu: Jakarta)
  • Eerst: Handelsrechten Engelsen, Nederlanders en Chinezen
  • 1619: Coen verjaagt met geweld de Britten, handelsmonopolie
  • Centraal handelspunt
  • Ze namen de bestaande ruilhandel over
  • Ook vanwege relatief geringe interesse
    in Europese goederen (t.o.v. Afrika)

Slide 15 - Tekstslide

Veel handel in specerijen, o.a. in nootmuskaat
  • Toenemende vraag in Europa: meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.
  • Veel groeien alleen in Zuidoost-Azië.
  • Nootmuskaat alleen op de Banda eilanden.

Slide 16 - Tekstslide

CHECK

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
1. De leerling kan in eigen woorden uitleggen waarom de VOC werd opgericht.

Slide 18 - Tekstslide

De VOC maakte meer winst dan de compagnieën voor 1602. Leg uit waardoor.

Slide 19 - Open vraag

'VOC' is een afkorting voor Verenigde Oostindische Compagnie. Waarom werd dit bedrijf zo genoemd?

Slide 20 - Open vraag

Nederland was in oorlog met Spanje en Portugal. Waarom was dit een reden om de VOC op te richten?

Slide 21 - Open vraag

Lesdoelen
2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen dat het handelen van de VOC in Oost-Azië zich kenmerkt door
  • het stichten van factorijen. 
  • het handeldrijven met en tussen overzeese gebieden.
  • het oorlogvoeren met andere grootmachten en overzeese gebieden
3. De daden van Jan Pieterszoon Coen in Oost-Azië waren kenmerkend voor het handelen van de VOC. De leerling kan beargumenteren waarom. 

Slide 22 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen stichtte Batavia. Waarom was dit kenmerkend voor het handelen van de VOC in Oost-Azië?

Slide 23 - Open vraag

Lesdoelen
2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen dat het handelen van de VOC in Oost-Azië zich kenmerkt door
  • het stichten van factorijen. 
  • het handeldrijven met en tussen overzeese gebieden.
  • het oorlogvoeren met andere grootmachten en overzeese gebieden
3. De daden van Jan Pieterszoon Coen in Oost-Azië waren kenmerkend voor het handelen van de VOC. De leerling kan beargumenteren waarom. 

Slide 24 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen viel in 1621 de Banda eilanden aan. Leg uit waarom dit kenmerkend was voor het handelen van de VOC.

Slide 25 - Open vraag

Lesdoelen
2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen dat het handelen van de VOC in Oost-Azië zich kenmerkt door
  • het stichten van factorijen. 
  • het handeldrijven met en tussen overzeese gebieden.
  • het oorlogvoeren met andere grootmachten en overzeese gebieden
3. De daden van Jan Pieterszoon Coen in Oost-Azië waren kenmerkend voor het handelen van de VOC. De leerling kan beargumenteren waarom. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Deel 2: zelfstandig werken

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen
4. De leerling kan beargumenteren waarom hij voor of tegen het behouden van een standbeeld van Jan Pieterszoon Coen is. 

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
  • Lees de teksten zorgvuldig door (markeer eventueel stukken).
  • Vat de argumenten die voor en tegen het behoud van het standbeeld van Coen kort samen.
  • Schrijf in steekwoorden je eigen standpunt in het debat. Onderbouw deze (eveneens in steekwoorden). 
  • Vergelijk je antwoord met je buurman of buurvrouw.


Eerste 15 minuten stilte om te lezen
Na 18 minuten ga ik drie mensen aanwijzen om hun eigen antwoorden en die van hun buurman/buurvrouw te delen. 
Klaar? Goedzo, kan je verder met 3.3: 1 t/m 10.

Slide 30 - Tekstslide

3.3 - Les 2

Slide 31 - Tekstslide

Fillmpje WIC
1. Welke doelen had de WIC?
2. Welke gebieden veroverde de WIC?
3. Waarin handelde de WIC?

Slide 32 - Tekstslide

Hoort het bij de VOC of de WIC?
VOC
WIC
Indië
ruilhandel met India en Japan
slavenhandel
specerijen
suiker en tabak

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Video

Slide 35 - Link