21 november

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken blz. 32-33, opdr. 29, 30, 31, 32. 
  • Vervolg Opdrachten







 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken blz. 32-33, opdr. 29, 30, 31, 32. 
  • Vervolg Opdrachten







 

Slide 1 - Tekstslide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Pak maar een blaadje...

Slide 3 - Tekstslide

Alexander's bijzondere jeugd



Blz. 32-33, 
opdr. 29, 30, 31, 32.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 29

  • Beeld: slangetje
  • Afgebeelde: koninklijk kind
  • Punt van vergelijking: ze sterven jong

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 30

  • a. Het kind zal van invloed zijn op grote delen van de wereld en het is een voorspelling in raadselachtige beelden.
  • b. Het kind van Mandane vormt een bedreiging, Philippos’ kind niet. De droom van Philippos is in ieder geval ten dele positief en die van Astyages alleen maar negatief voor hem.
  • c. Kuros/ Cyrus
  • d. Ze zijn allebei stichter van een wereldrijk.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 31

  • r. 10-11 : ὁς -ὑποτασσων

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 32ab

  • a. Kuniki/ Cynici gaven niets om roem, geld of eer. Autarkeia (onafhankelijkheid van alles) was het hoogste goed voor hen. Het maakt Diogenes dus niets uit wat Alexander hem allemaal kan bezorgen.
  • b. Hij herkent blijkbaar het onzinnige van standsverschillen en macht. Hij durft ook te luisteren naar iemand die hem de maat neemt en dat getuigt van zelfreflectie en wijsheid. Dat zijn vrienden spotten en lachen getuigt niet van respect terwijl Alexander Diogenes wèl respecteert.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 32cde

  • c. Ten eerste moet je in het nu leven en ten tweede zijn bezittingen of macht en roem niet interessant. Dat zijn geen dingen waarop je je in het leven moet richten.
  • d. Eigen invulling: waarschijnlijk zou hij tevreden geweest zijn met wat hij had en had hij wellicht geprobeerd zijn leven zo sober mogelijk in te vullen.
  • e. Hij bezit meer en heeft meer luxe en aanzien dan Diogenes.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 32fg

  • f. Hij is van niemand afhankelijk, hoeft niets angstvallig te beschermen en geniet van het moment, terwijl Alexander altijd bekeken wordt en er bij Alexander altijd mensen op zijn macht en rijkdom uit zijn.
  • g. Eigen invulling

Slide 10 - Tekstslide


Blz. 150.

Sigmatisch futurum & Futurum Atticum. 





Slide 11 - Tekstslide

Ergon 1

  • α irreël

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 5

  • A: 

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer de grammatica van Thema 1.
  • Maak blz. 34 e.v., opdr. 33, 34, 35, 38, 39.

Dit is ook huiswerk!

Slide 14 - Tekstslide