nationale tuinvogeltelling

Doel
  • Vogels kunnen herkennen en bij naam noemen.
  • De Vogelbescherming helpen trends te vinden
    in veel voorkomende tuinvogels.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel
  • Vogels kunnen herkennen en bij naam noemen.
  • De Vogelbescherming helpen trends te vinden
    in veel voorkomende tuinvogels.

Slide 1 - Tekstslide

Doel

Vertel: Door mee te doen aan dit onderzoek, doe je mee aan het grootste onderzoek van Nederland. Op die manier weet Vogelbescherming hoe het met de vogels gaat en kunnen zij ze beter beschermen.
 Nationale Tuinvogeltelling
   Vogels herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Vertel: Binnenkort gaan we met de klas de Nationale Tuinvogeltelling doen. Wie heeft hier al weleens van gehoord? Of hem al eerder gedaan? (Indien iemand hem al kent, vraag diegene wat de Nationale Tuinvogeltelling inhoudt). We gaan dus de vogels tellen op ons schoolplein. Maar om de vogels te kunnen tellen, moeten we ze eerst kunnen herkennen!
welke vogels ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Woordweb
Activeer de kennis van de leerlingen met het woordweb. Wat weten ze eigenlijk al?

Vertel
: Binnenkort gaan wij op het schoolplein dus bekijken welke vogels er allemaal voorbij komen op ons schoolplein.
Vraag: Maar welke vogels kennen jullie eigenlijk al? Kun je er ook al een paar bij naam noemen?
Tip: Denk hierbij aan vogels uit Nederland: welke zie of hoor je vaak in de stad, in het bos of in jouw tuin?

Achteraf: Heb je de antwoorden ingevoerd? Klik op 'bekijk eindresultaat'. Nu kun je de namen van de vogels naar de afbeelding van de bijbehorende vogel slepen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je welke vogel je ziet?
Vogels herkennen is vooral goed kijken. Let op de volgende punten. Zo leer je de soorten herkennen.
Snavel: welke vorm? Lang of kort, dik of dun? Welke kleur?
Welke kleur heeft de keel?
Welke kleur heeft de borst? Is het een kleur of meerdere?
Hoe  zien de tenen eruit?
Waar zitten zijn ogen? Welke kleur hebben ze?
Welke kleur hebben de vleugels? Zijn ze effen of gestreept?
Een bovenstaart heeft dekveren. Welke kleuren vallen je op?
De staart: Is die lang of kort? Welke vorm heeft hij? Hoe ziet het uiteinde eruit? Als een v of als een vork of juist wat rond?
Zijn de poten lang of kort? En  welke kleur hebben ze?

Dit is een koolmees.

Slide 5 - Tekstslide

Vertel: Om een vogel te herkennen moet je naar de onderdelen van de vogel kijken.
Doe: Bekijk deze koolmees goed. Klik op de hotspots en kom erachter waaraan je vogels kunt herkennen.
Bijvoorbeeld: welke vorm heeft de snavel? Lang of kort? Dik of dun? Hoe lang is de staart? Hoe ziet het uiteinde van de staart er uit? Welke kleuren zie je? Etc.
Koolmees
Gele borst
Zwarte band. Zo zie je of het een mannetje of vrouwtje is:  de mannetjes koolmezen hebben een brede zwarte stropdas, de vrouwtjes een dun zwart sjaaltje.
Zwart petje
Koolmezen broeden in een nestkast. Ze leggen acht tot tien eieren. Het zijn er zo veel omdat koolmezen niet oud worden, dan is het handig om veel jongen te krijgen.

Koolmezen in de stad zingen hoger dan koolmezen in het bos. Dat komt omdat ze anders niet boven de geluiden van de stad uitkomen.

De koolmees is de grootste van alle mezen in ons land.

In de winter eten koolmezen zaden en vetbollen. In de lente en zomer eten ze rupsen en andere kleine insecten.

Slide 6 - Tekstslide

Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een koolmees. Kijk eens goed. Hoe kunnen we hem herkennen? 
Doe: Klik op de hotspots voor tips, weetjes, geluidsfragmenten en antwoorden.
Pimpelmees

Pimpelmezen zijn slimme, kleine vogeltjes, die makkelijk iets kunnen leren.  Ze staan bekend om hun acrobatische kunsten. Let maar eens op als ze aan een vetbol bungelen.

Pimpelmezen broeden in nestkasten of in een holte in de boom.
Gele borst
De snavel is kort en donker.
Blauw petje
Een donkerblauw 'sjaaltje' om zijn nek.
Zijn vleugels zijn blauw en zijn rug is groenig.
Pimpelmezen eten zaden en pinda's in de winter. In de lente eten ze insecten, spinnen en bladluizen.
Een zwart 'masker' als zorro over zijn ogen.

Slide 7 - Tekstslide

Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een pimpelmees. Kijk eens goed. Hoe kunnen we hem herkennen?
Doe: Klik op de hotspots voor tips, weetjes en antwoorden.

Aanvullende informatie:
De pimpelmees is klein, zo'n 10 tot 12 centimeter. Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit.

Extra weetje:
Pimpelmezen zijn slimme beestjes die dingen kunnen leren. Vroeger, 100 jaar geleden, hadden de melkflessen een laagje zilverfolie in plaats van een dop. Omdat pimpelmezen slim en nieuwsgierig zijn, leerden ze hoe ze zilverfolie van de flessen af konden halen. Zo konden ze bij de room boven in de melkfles!
Kauw
Zwarte kraai

Een kauwenpaartje blijft hun hele leven bij elkaar.

Kauwen zijn alleseters. Dit betekent dat de vogel dieren en planten eet. 
Zwarte kraaien maken hun nest in een boom. Ze vlechten dunne en dikke takken tot een groot nest.

Zwarte kraaien zijn familie van de zangvogels, zoals de koolmees en vink. Dat zou je niet zeggen als je hun gekras hoort!

Kraaien zijn alleseters: zaden, noten, insecten, zwerfafval, noem maar op. Ze ruimen de restjes die mensen achterlaten ook graag op. 
Kauwen zijn grote vogels met lichte ogen.
Kauwen hebben zwarte veren en een lichtgrijze kop.
Kraaien zijn grote vogels met donkere ogen.
Kraaien zijn helemaal zwart.
Kauwen maken hun nest in gaten in een boom, maar soms ook in nestkasten die voor uilen zijn gemaakt. Ook broeden ze veel onder daken en in schoorstenen. 

Slide 8 - Tekstslide

Zoek de verschillen
Vertel: Deze twee vogels zijn familie van elkaar. Beide vogels zijn kraaiachtigen. Ze lijken erg op elkaar. Kunnen jullie de verschillen zien?
Doe: Laat de leerlingen de verschillen zoeken tussen de zwarte kraai en de kauw. Klik op de onderzoek hotspots om erachter te komen hoe ze in uiterlijk van elkaar verschillen.  Klik op de hotspots om meer te weten te komen over deze kraaiachtigen.

Extra weetjes
  • Kauwen kunnen wel 16 jaar oud worden.
  • Kraaien zijn superslimme dieren! Net als andere kraaiachtigen gebruiken ze soms gereedschappen en kunnen ze op verschillende manieren met elkaar communiceren.
Merel
Het vrouwtje is bruin.
Het mannetje is zwart.
De snavel van het vrouwtje is bruin.
De snavel van het mannetje is geel.
Het oog van een merel heeft een gele rand.
Merels bouwen hun nestje in heggen, struiken en lage bomen. De eieren zijn groenblauw van kleur.

Merels houden van zonnen. Ze zitten dan op de grond met hun vleugels wijd gespreid.

Je ziet merels vaak op het gras naar wormen zoeken. Verder eten ze ook insecten, bodemdiertjes en bessen.

Slide 9 - Tekstslide

Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een koolmees. Kijk eens goed. Hoe kunnen we hem herkennen?
Doe: Klik op de hotspots voor tips, luisterfragmenten, weetjes en antwoorden.

Extra weetje:
Merels kiezen de gekste plekken uit om een nest te bouwen, zoals raamkozijnen en dakgoten. Er is zelfs een keer een merelnest op een bezem gevonden. Ook in brievenbussen bouwen ze weleens een nestje.

Spreeuw
In de lente zijn spreeuwen zwart met een metallic look. In de herfst en winter hebben ze spikkels.
Ze hebben een spitse snavel.
Spreeuwen broeden onder dakpannen, maar ook wel in nestkasten of holtes van bomen.

Spreeuwen zijn net als merels dol op appels.

Ze eten insecten en insectenlarven. Ook zijn ze dol op bessen.

Slide 10 - Tekstslide

Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een spreeuw. Kijk eens goed naar hem. Hoe kunnen we de spreeuw herkennen?
Doe: Klik op de hotspots voor tips, weetjes en antwoorden.
Huismus
Van boven zijn ze bruin, van onder grijs.
Huismussen hebben een kegelvormige snavel.
Nesten bouwen ze onder de dakpannen en in gaten en kieren van huizen. Huismussen broeden in groepen.

De huismus is de meest getelde vogel tijdens de Nationale Tuinvogeltelling.

Eten heel veel zaden, maar ook bessen en insecten. Ze lusten ook graag brood, dus klop vooral je tafellaken uit in de tuin.
Let op de zwarte vlek onder de snavel. Hoe meer het mannetje de baas speelt, hoe groter de zwarte keelvlek.

Slide 11 - Tekstslide

De huismus is een echt familiedier. Ze blijven altijd in hetzelfde gebied, soms zelfs in dezelfde tuin als waar ze geboren zijn.
Het aantal huismussen in ons land is de afgelopen decennia met de helft afgenomen. Dat komt vooral omdat het steeds moeilijker voor ze wordt om bij de huizen te broeden en om eten te vinden.
Vink
Dit is een vrouwtjes vink. Ze lijkt veel op een huismus. Zie je een witte streep op de vleugel? Dan is het een vink!
Vinken maken hun nest in de vork van een boomstam of tussen takken.

Vroeger vingen mensen vinken om ze te gebruiken voor zangwedstrijden. Ze werden gevangen met netten of met lijmstokken.

Ze eten zaden, noten en insecten.

De borst en wangen van het mannetje zijn bruinrood.
Het vrouwtje is grijsbruin.
Ze hebben witte strepen op hun vleugels.
Vinken hebben een dikke korte snavel om zaden mee te kraken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roodborst
Roodborsten zijn te herkennen aan hun roodoranje borst. Zo kun je hun naam ook goed onthouden.
Het roodborstje bouwt vaak een slordig nestje op of net boven de grond in planten, struiken en heggen.

Een deel van "onze" roodborsten trekt in de herfst naar Spanje en Portugal. In ons land brengen veel roodborsten uit Rusland, Polen, Duitsland en Scandinavie de winter door.

Roodborstjes eten graag insecten, spinnen en andere kleine beestjes. In de winter zijn ze veel te zien op voedertafels.
Ze hebben een lichtgekleurde onderbuik.

Slide 13 - Tekstslide

Extra weetjes:
  • Roodborsten zingen als een van de weinig vogels het hele jaar door. Ook het vrouwtje! Dat doen ze om hun territorium te verdedigen.
  • Jonge roodborsten hebben niet meteen een rode borst. Ze zijn dan bruin gespikkeld.
Ekster
Eksters leven graag in een gebied met een paar bomen, maar ook zeker niet te veel.  Ze leven graag in de buurt van mensen. In tuinen, stadsparken en landbouwgebied zijn eksters bijna altijd te vinden.
Eksters zijn super slim. Als één van de weinige diersoorten doorstaan ze de ‘spiegelproef’. Dat betekent dat ze zichzelf herkennen in een spiegel.
Op het menu van de ekster staat wat die kan vinden. Bijvoorbeeld kevers en regenwormen, maar ook menselijk afval als patat.
Een ekster heeft zwart-witte veren met een groen-paars-blauwe glans.
Ze hebben een lange staart.
Ze hebben een witte buik en een witte schoudervlek.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsduif
Houtduif
De houtduif heeft een grijspaarse kop. Zijn nek is groengrijs. Hierop heeft hij een witte vlek. 
De houtduif heeft een grijsroze borst.
Het einde van zijn staart is zwart.
De snavel van de houtduif is geeloranje.
De snavel van de stadsduif is donkergrijs.
De nek van de stadsduif is groengrijs en loopt langzaam over in paars bij zijn borst.
Houtduiven eten zaden, peulvruchten, blad en bessen. Ze zoeken hun eten niet alleen in parken, bossen en in tuinen, maar ook in weilanden.

De houtduif is de grootste duivensoort van West-Europa.

Houtduiven bouwen hun nest op plekken die niet zo stevig zijn, zoals op het einde van een tak.
De stadsduif heeft een korte staart.
Zoals de naam al zegt, leeft de stadsduif voornamelijk in steden. Ze bouwen hun nesten vaak op randen van gebouwen en bruggen.

Niet iedere stadsduif heeft dezelfde kleur veren. 

Stadsduiven eten graag zaden. Maar laat je afval niet rondzwerven, want dit eten ze ook graag.

Slide 15 - Tekstslide

Vertel: Dit zijn twee duiven. Ze lijken erg op elkaar. Kunnen jullie de verschillen zien?
Doe: Laat de leerlingen de verschillen zoeken tussen de hout- en stadsduif. Klik op de onderzoek hotspots om erachter te komen hoe ze in uiterlijk van elkaar verschillen.  Klik op de hotspots om meer te weten te komen over deze duiven.

Extra weetjes
  • Stadsduiven broeden bijna het gehele jaar door.
  • De houtduif heeft een zesde zintuig. Ze kunnen namelijk het magnetische veld van de aarde voelen met een orgaan dat boven hun snavel zit.
Turkse tortel
Het nest van de turkse tortel is simpel en slordig. Ze maken de nesten van takjes die los op elkaar liggen.

Turkse tortels zijn niet de beste nestenbouwers. Soms waait het nest weg of vallen er eieren of jongen door de dunne takjes heen. 

Turkse tortels eten graan, zaden en bessen. Dit vinden ze in tuinen, steden, bossen en parken.
De turkse tortel is klein en slank.
Ze hebben een lange staart.
Ze hebben lichtgrijze, beige veren.
De turkse tortel heeft een zwartwitte nekband.
Ze hebben donkere ogen.

Slide 16 - Tekstslide

Extra weetjes:
  • In de stad maken ze zelfs nesten op verkeerslichten.
  • Vroeger waren er heel weinig turkse tortels in Nederland. Nu zijn er wel 100.000 paar!
Wie ben ik?
Sleep het juiste antwoord naar de bijbehorende vogel.
Turkse tortel
Stadsduif
Houtduif

Slide 17 - Sleepvraag

Sleepvraag:
Vraag: Weet je nog de naam van iedere duifsoort?
Doe: Sleep de juiste naam naar de juiste vogel.

Slide 18 - Tekstslide

Vertel: Weten jullie nog de naam van iedere vogel? Test je kennis! 
Doe: Klik op een van de hotspots en raad de naam van de vogel die in het midden verschijnt.
Tip: Klik op het geluid icoontje en hoor de roep van de vogel.