6 februari: Krachten in evenwicht

Krachten
In deze interactieve les ga je zelf de nieuwe stof verkennen. Klik deze les door en lees alle slides en beantwoord alle vragen. Heb je een vraag fout, kijk terug in de slides en probeer het goede antwoord te vinden.

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Krachten
In deze interactieve les ga je zelf de nieuwe stof verkennen. Klik deze les door en lees alle slides en beantwoord alle vragen. Heb je een vraag fout, kijk terug in de slides en probeer het goede antwoord te vinden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Toen de trekkers stopten met rijden. Welke kracht was toen het grootst?
A
De trekkracht van de trekker
B
De kracht die nodig is om de aanhanger te trekken
C
De krachten waren even groot

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Een gewichtje hangt aan een veerunster. Wat weten we over de zwaartekracht en de veerkracht?
A
Die zijn even groot
B
De veerkracht is groter dan de zwaartekracht
C
De zwaartekracht is groter dan de veerkracht

Slide 8 - Quizvraag

Een hijskraan tilt een blok op. Tussendoor gaat de machinist koffiedrinken en laat het blok hangen. De zwaartekracht op het blok is 5000N. Maak een tekening van de situatie. Zet in de tekening alle krachten die op het blok werken (zwaartekracht staat al getekend) en schrijf erbij hoe groot de krachten zijn.

Slide 9 - Open vraag

Als de zwaartekracht de enige kracht op de vaas zou zijn, dan zou de vaas naar beneden vallen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De normaalkracht is ...................................... de zwaartekracht.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan
D
dit kun je niet weten

Slide 12 - Quizvraag

Welke kracht is hier de normaalkracht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Hoe groot is de normaalkracht op dit blok van 35 kg?
A
0,35 N
B
3,5 N
C
350 N
D
3500 N

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de nettokracht?

A
110N
B
76N
C
110 + 76 = 186N
D
110 - 76 = 34N

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de grootte en richting van de nettokracht?
A
510 Newton naar links
B
510 newton naar rechts
C
130 Newton naar links
D
130 Newton naar rechts

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Als twee krachten in evenwicht zijn, dan...
A
zijn ze even groot & ze hebben dezelfde richting
B
zijn ze even groot & hebben ze tegengestelde richting
C
hoeven ze niet perse even groot te zijn
D
zijn niet even groot, maar moeten wel tegengestelde richting hebben

Slide 23 - Quizvraag

Welke 2 krachten maken evenwicht bij een kist die aan een touw hangt?
A
normaalkracht
B
veerkracht
C
zwaartekracht
D
spankracht

Slide 24 - Quizvraag

Welke afkorting staat voor normaalkracht?
A
Fi
B
Fn
C
Fz
D
Fsp

Slide 25 - Quizvraag

Bereken de nettokracht
A
10 N
B
36 N
C
50 N
D
600 N

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de netto kracht?
A
290 N rechts
B
290 N links
C
50 N rechts
D
50 N links

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de netto kracht?
A
490 N rechts
B
490 N links
C
150 N rechts
D
150 N links

Slide 28 - Quizvraag

Bereken de
nettokracht kracht.
A
9000 N
B
7000 N
C
0 N
D
2000 N

Slide 29 - Quizvraag

Verzin 3 situaties waarbij er twee krachten in evenwicht zijn.

Slide 30 - Open vraag

Klaar?
Je hebt nu als het goed is alle informatie voor deze les. Ben je veel sneller dan de rest, dan heb ik in de overgebleven tijd nog een opdracht voor je:

Bedenk een toetsvraag die past bij de stof die vandaag behandeld is. Lever de vraag met het antwoord in,bij de volgende slide.

Ik zal deze vragen verzamelen en deze aan het einde van de lessenserie met jullie delen om te oefenen.

Slide 31 - Tekstslide

Lever hier je toetsvraag met antwoord in.

Slide 32 - Open vraag