EC2_Lenen

EC2_Lenen of sparen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

EC2_Lenen of sparen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waarom mensen geld lenen.
  • Je weet waarom mensen geld sparen. 
  • Je weet wat een maandtermijn is en uit welke twee onderdelen dit termijn bestaat. 
  • Je kan kredietkosten berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom sparen mensen geld?

Slide 3 - Open vraag

Mensen sparen geld:
  • Uit voorzorg:
  • Mensen sparen geld, voor het geval er iets duurs stuk gaat, dat ze nodig hebben, zoals een wasmachine of tv.
  • Voor een doel:
  • Mensen sparen om iets duurs nieuw te kijken, zoals een keuken of nieuwe auto. 
  • Voor rente:
  • Mensen sparen om te rentenieren. Dit betekent dat ze geld sparen, om zoveel mogelijk rente te krijgen. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom lenen mensen geld?

Slide 5 - Open vraag

Mensen lenen geld omdat: 
  • Je een huis willen kopen
  • Je iets duurs willen kopen, waar ze niet voor willen sparen
  • Je onverwachts dringend geld nodig hebt, omdat je niet hebt gespaard, maar de CV ketel of wasmachine gaat stuk. 
  • Tip: Als je later volwassen bent is het verstandig om minimaal  €10.000 op de bankrekening te hebben staan. 

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer je geld leent betaal je dit terug
  • Je betaalt een lening terug via een maandtermijn. 
  • Dit is een vast bedrag dat je elke maand moet betalen voor een lening tot dit bedrag is afbetaalt.
  • Ik moet bijvoorbeeld  €964 per maand betalen voor de lening op mijn huis. Dit is mijn maandtermijn.
  • Een maandtermijn bestaat uit twee bedragen. 
  • Het deel wat ik terugbetaal van het geleende geld. Dit heet aflossing.
  • Een extra bedrag als vergoeding, omdat ik iemand anders zijn geld mocht gebruiken. Dit heet rente.
  • Voor mijn lening betaal ik:
  • 600 euro aflossing en 364 euro rente per maand.

Slide 7 - Tekstslide

Kosten van de lening noemen we: 
  • Kredietkosten. Dit is al het geld wat je aan rente kwijt bent. 
  • Kredietkosten reken je uit met de formule: 
  • (Aantal maanden x maandbedrag) - lening 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldvraag. Je leent 4.000 euro met maandelijkse termijnen van €130. De looptijd van de lening is 3 jaar. Wat zijn de kredietkosten? (rond af op hele euro's)

Slide 9 - Open vraag

Uitwerking voorbeeldvraag
  • Je leent 4.000 euro met maandelijkse termijnen van €130. De looptijd van de lening is 3 jaar. Wat zijn de kredietkosten? (rond af op hele euro's) 
  • Formule= (Aantal maanden x maandbedrag) - lening
  • Maanden = 36 
  • Maandbedrag €130 
  • Lening €4.000
  • 36 x 130= €4.680 terug betaal
  • 4.680 - 4.000= €680 meer betaalt dan geleend (dat zijn dan je kredietkosten)  

Slide 10 - Tekstslide

Soorten leningen 
  • Een lening noemen we ook wel consumptief krediet.
  • De belangrijkste leningen zijn:
  • Persoonlijke rekening
  • Doorlopend krediet
  • Rekeningcourantkrediet

Slide 11 - Tekstslide

Hoe heet een lening voor een huis ook alweer?
A
Een persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Salariskrediet
D
Hypothecaire lening

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link