8.2 Emancipatie

Wat is emancipatie?
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is emancipatie?

Slide 1 - Woordweb

Welke vier emancipatiegroepen ken je?

Slide 2 - Woordweb

kenmerkend aspect
De opkomst van emancipatiebewegingen.

Slide 3 - Tekstslide

 

Emancipatie = gelijke rechten

Slide 4 - Tekstslide

Emancipatiebewegingen = streven naar gelijke behandeling van slaven, vrouwen, arbeiders en religieuze minderheden.


Slide 5 - Tekstslide

Slaven
Kort na 1800 schaften alle Europese landen de slavenhandel af. Slavernij bestond nog tot 1833 (Engeland), 1848 (Frankrijk), 1863 (Nederland), 1865 (VS). 

Abolitionisme = streven naar afschaffing van de slavernij.

Slide 6 - Tekstslide

Abolitionisme in woord en daad
- De Franse Revolutie (1789) draaide om vrijheid, gelijkheid en broederschap. De slaven op Haïti wilden dat ook en kwamen in 1791 in opstand.
- De Franse revolutionaire regering schafte de slavernij in 1794 in alle Franse kolonies af; maar acht jaar later voerde Napoleon de slavernij weer in.
- Toen er opnieuw slavenopstanden uitbraken konden de Fransen deze niet onderdrukken --> 1804 onafhankelijke republiek Haïti uitgeroepen.
- In 1815 schafte Frankrijk de slavenhandel af.
- In 1848 werd de slavernij in Frankrijk volledig afgeschaft.
De slavenopstand op Haïti. Duizenden blanken op het eiland werden gedood.

Slide 7 - Tekstslide

Feminisme
- Doel: Achtergestelde positie van vrouwen verbeteren.

- Vrouwen hadden in de 19e eeuw geen kiesrecht, mocht niet zonder toestemming het huis uit, kregen minder loon en mochten niet scheiden.

- Kiesrecht ging naar steeds meer mannen toe, maar vrouwen bleven achter.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Strijd van arbeiders
- Grote verschillen tussen arm en rijk in de 19e eeuw.

- Dankzij kapitalisme en economisch liberalisme.

- Fabrieksdirecteuren stinkend rijk versus fabrieksarbeiders straatarm.

- Probleem van arme en slechte leefomstandigheden = sociale kwestie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wie helpt de arbeiders? 

  • Onderlinge verzekeringen werden  opgericht
  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden
  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden:
  • Socialistische vakbonden
  • Confessionele vakbonden

Slide 12 - Tekstslide

Socialisme
  • Socialisme = politieke stroming die opkomst voor de arbeiders.

  • Streven naar algemeen kiesrecht --> via de democratie meer rechten.
  • Maar was een vreedzame oplossing wel mogelijk? --> revolutie! Hieruit komt het communisme.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is communisme?
  • Politieke ideologie ontwikkeld door Friedrich Engels en Karl Marx.
  • Communisme wordt als extreemlinks beschouwd.
  • Politieke overtuiging dat iedereen gelijk is.
  • Politieke invloed voor arbeiders.
  • Omdat de rijken en fabriekseigenaren dit niet laten gebeuren, is een gewelddadige arbeidersrevolutie onvermijdelijk.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Democratisering (1815-1919)
Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap.
Dus:
Mensen willen meepraten.

Slide 16 - Tekstslide

8.2 
Maak opdrachten 3 tm 9

Slide 17 - Tekstslide