5H3 spelling les6 081018

ma. 8 oktober
  • herhalen verkleinwoord 
  • bespreken huiswerk: opdr. 12 + 13 blz. 264
  • uitleg liggend streepje & trema
  • zelfstandig werken
  • huiswerk / boek 1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ma. 8 oktober
  • herhalen verkleinwoord 
  • bespreken huiswerk: opdr. 12 + 13 blz. 264
  • uitleg liggend streepje & trema
  • zelfstandig werken
  • huiswerk / boek 1

Slide 1 - Tekstslide

5. Verkleinwoorden maak je door -je, -kje, -pje, -tje of -etje achter het zn te zetten.

  • klas - klasje 
  • botsing - botsinkje 
  • bloem-bloempje/bloemetje
  • kier - kiertje


  • blad - blaadje
  • oma - omaatje
  • mini - minietje
  • baby - baby'tje
  • café - cafeetje (maar: cafés)
  • wc - wc'tje

Slide 2 - Tekstslide

opdr. 12 + 13 blz. 264 
bespreken

Slide 3 - Tekstslide

liggend streepje - koppelteken
gebruiken bij:
  • klinkerbotsing: auto + ongeluk = auto-ongeluk  (*autoongeluk )
  • in de naam van getrouwde personen: mevr. Vink - van Laar
  • in woorden met voorvoegsels: ex-vriendin, oud-minister
  • voor een hoofdletter: pro-Amerikaans
  • in combinaties van titels en beroepen: minister-president
  • bij aardrijkskundige namen: Noord-Brabant, Zuid-Frankrijk
  • bij letters, cijfers, tekens en sint: D66-fractie, Sint-Maartenscollege
  • in onoverzichtelijke woorden: jip-en-janneketaal, huis-aan-huisblad

Slide 4 - Tekstslide

liggend streepje - weglatingsteken
Zet een streepje op de plek waar een deel van een woord is weggelaten:
  • inpakken en uitpakken --> in- en uitpakken
  • huisvaders en huismoeders --> huisvaders en -moeders
  • korte broeken en lange broeken --> korte en lange broeken
  • eikenbomen en slagbomen -->           -----------

Slide 5 - Tekstslide

maak opdr 16 + 18 -  zin 1 t/m5 - p.267-268
daarna bespreken

Slide 6 - Tekstslide

trema
Het trema voorkomt uitspraakproblemen in woorden die géén samenstelling zijn.

Plaats het trema altijd op de eerste letter van de volgende lettergreep.

Bijvoorbeeld: zeeën, melodieën, reünie, coördinator, reëel

Uitzonderingen: -eum, -iing, cien, ieus
                                     bea-, gea-, beo-, geo-

Slide 7 - Tekstslide

trema
Uitzonderingen: 
   -eum, -iing, cien, ieus: museum, draaiing, opticien, furieus
   
bea-, gea-, beo-, geo-:
geantwoord, maar geërgerd
geautoriseerd, maar geïrriteerd
beoordeeld, maar geüpload

Slide 8 - Tekstslide

maak opdr. 22 op blz. 269 - 1 t/m 8
daarna bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
maak opdracht 17, 19 en 23 blz. 267 t/m 269
of
ga lezen in je boek

Slide 10 - Tekstslide

huiswerk
di 9/10: maak opdracht 17, 19 en 23 blz. 267 t/m 269

Slide 11 - Tekstslide