Bomi 5.6

Herhaling 5.5
Je kan beschrijven wat het broeikaseffect, de koolstofkringloop en de waterkringloop zijn
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 5.5
Je kan beschrijven wat het broeikaseffect, de koolstofkringloop en de waterkringloop zijn

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 5.5
Het verschijnsel dat de dampkring de aarde warm houdt, heet het broeikaseffect

De gassen die daar vooral voor zorgen zijn waterdamp en koolstofdioxide. Die noem je daarom broeikasgassen.


Slide 2 - Tekstslide

herhaling 5.5
Het voortdurend omzetten en weer ontstaan van koolstofdioxide heet de koolstofkringloop.

Slide 3 - Tekstslide

herhaling 5.5
De zonnewarmte is niet eerlijk verdeeld over het aardoppervlak. Op de evenaar is de instraling veel groter dan aan de polen. De waterkringloop verdeelt deze warmte over de gehele aarde.

Slide 4 - Tekstslide

herhaling 5.5
De lucht komt in beweging door de grote temperatuurverschillen: luchtkringloop (of circulatie)

Wat heeft het temperatuurverschil met de luchtkringloop en waterkringloop te maken?

Slide 5 - Tekstslide

Water en luchtkringloop:
Beweging van water en lucht komt door verschil in dichtheid.

Warm water en warme lucht hebben een lagere/hogere dichtheid en daalt / stijgt daardoor.

Slide 6 - Tekstslide

5.6 Warmte opslaan
Lesdoel: Je kunt: 

- voorbeelden geven van een warmte pomp en de definitie geven
- uitleggen dat energieverlies via warmtekrachtkoppeling minder wordt.

Slide 7 - Tekstslide

Warmtepomp
Een warmtepomp is een apparaat dat warmte verplaatst van een plaats met een lage temperatuur naar een plaats met een hoge temperatuur.


Slide 8 - Tekstslide

Warmtepomp koelkast
Er wordt warmte onttrokken aan de binnenkant van de koelkast, waardoor de temperatuur in de kast daalt, en de onttrokken warmte lucht wordt aan de achterkant uitgeblazen.

HOE WERKT DIT?





Slide 9 - Tekstslide

verdampen en condenseren
Bij het verdampen van een vloeistof neemt de warmtepomp warmte op en geeft deze vervolgens vrij bij het condenseren van de vloeistof.

Schema koelkast tekenen

Slide 10 - Tekstslide

warmtepomp
Ook een airco werkt op deze manier: de airconditioning onttrekt warmte uit je kamer, waardoor de temperatuur daalt en voert de warme lucht naar buiten af. 

Je koelkast en airco zijn dus warmtepompen!

Slide 11 - Tekstslide

warmtepomp huis
De warmtepomp voor de verwarming huizen en warmwatervoorziening werkt op dezelfde manier, maar dit systeem onttrekt warmte aan de buitenlucht of aarde (geo-energie) en geeft dit binnen het verwarmingssysteem af voor de verwarming van de huis. Hij pompt de warmte dus van buiten naar binnen.

Slide 12 - Tekstslide

Warmte uit de aarde met zo’n hoge temperatuur als in IJsland heet ook wel hoogwaardige aardwarmte. (op 2 km diepte is de temperatuur van stoom 380 graden)

Nederland heeft laagwaardige aardwarmte: op 2 km diepte is de temperatuur op de meeste plaatsen niet hoger dan 80 °C.

Slide 13 - Tekstslide

Warmtekrachtkoppeling
 Om energieverlies te verminderen, kun je niet-nuttige energie omzetten in nuttige energie: Warmtekrachtkoppeling.  
Een brandstof besparende manier om warmte en elektriciteit tegelijkertijd op te wekken in één proces waarbij beide energievormen op een nuttige manier worden gebruikt. 


Slide 14 - Tekstslide

vb.  warmtekrachtkoppeling
Voorbeeld: 
Electriciteitscentrales produceren electriciteit, maar er komt ook veel warmte bij vrij. 
Deze warmte kan omgezet worden naar nuttige energie voor bijvoorbeeld het verwarmen van kassen in de tuinbouw.

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel:
Je kunt: 
- voorbeelden geven van een warmte pomp en de definitie geven
- uitleggen dat energieverlies via warmtekrachtkoppeling minder wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken huiswerk

Nakijken opgaven bij paragraaf 5.5

Pak je schrift en maak eventueel aantekeningen
starten bij opgave 52

Slide 17 - Tekstslide

OPGAVE 52
a juist
b Onjuist, waterdamp veroorzaakt het grootste gedeelte van het broeikaseffect.
c Juist, hoe minder ijs er is, hoe minder straling het ijs weerkaatst.
d juist

Slide 18 - Tekstslide

OPGAVE 53
Het voortdurend omzetten en weer vrijkomen van koolstofdioxide.

OF: Levende organismen ademen zuurstof in en koolstofdioxide uit. De koolstofdioxide wordt door planten/ bomen weer omgezet in zuurstof. 



Slide 19 - Tekstslide

OPGAVE 54
a Het verschijnsel dat de dampkring de aarde warm houdt

b Als het stralingsevenwicht van de aarde uit balans raakt door toename van de hoeveelheid broeikasgassen

c Het feit dat er evenveel straling binnenkomt als dat er uitgaat

Slide 20 - Tekstslide

opgave 55
Het warme water verdampt en de warme lucht kan veel waterdamp bevatten. Als de lucht boven het land afkoelt, dan condenseert de waterdamp tot regendruppels.

Slide 21 - Tekstslide

opgave 56
’s Nachts komt er geen straling binnen van de zon. De aarde straalt nog wel warmte uit. De temperatuur van de aarde neemt daardoor af.

Slide 22 - Tekstslide

opgave 58
Bij de verbranding van hout komt koolstofdioxide vrij.
Bomen zijn groter dan bijvoorbeeld graan. Een bos bevat veel meer materiaal, zoals hout, dat uit koolstofdioxide is geproduceerd dan een akker. 
In een bos zit dus veel meer koolstofdioxide opgeslagen dan in een akker.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Leren paragraaf 5.1 t/m 5.6
Leren begrippenlijst + nagekeken opgaven 
Maken opgaven 63 t/m 68


Volgende les gaan we de oefentoets maken!
Zorg dat je dit als een 'echte toets' kan maken: zonder je boek.

Slide 24 - Tekstslide