1.1 Je moet keuzes maken!

3 kader
1.1 Je moet keuzes maken!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Je leert in deze les dat je je kunt verzekeren tegen de financiële gevolgen van een schade. Je leert wat een premie is, en wat het eigen risico daar voor invloed op heeft.

Onderdelen in deze les

3 kader
1.1 Je moet keuzes maken!

Slide 1 - Tekstslide

Behoeften

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen 1.1
  • Welke behoeften heb je?
  • Wat betekent 'schaarste' bij economie?
  • Wat bepaalt hoe groot jouw welvaart is?
  • Waarom moet je keuzes maken als je een hogere welvaart wilt?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Primaire behoeften (basis)
Heb je nodig om te (over)leven.

Voorbeelden: voeding, kleding en woonruimte.

Slide 5 - Tekstslide

Secundaire behoeften (overige)
De behoefte aan luxe goederen.

Voorbeelden: smartphone, computer, auto, vakantie.

Slide 6 - Tekstslide

Schaarste

Slide 7 - Tekstslide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 8 - Tekstslide

Middelen die nodig zijn om behoeften te vervullen:
  • Tijd
  • Geld
  • Bezittingen

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste. Je moet als consument keuzes maken. Je moet prioriteiten stellen (bepalen wat je belangrijk vindt).

Slide 9 - Tekstslide

Welvaart
Welvaart betekent: in hoeverre je met je middelen (tijd en geld) in je behoeften kunt voorzien.

Iemand die erg rijk is heeft een hoge welvaart. Hij kan veel meer in zijn behoeften voorzien dan iemand die arm is.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfvoorziening
Zelfvoorziening
Wat je nodig hebt of graag wilt hebben voor eigen gebruik → zelf produceren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke is een primaire behoefte?
A
brood
B
smartphone
C
auto
D
vakantie

Slide 13 - Quizvraag

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 14 - Quizvraag

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 15 - Quizvraag

Geen een voorbeeld van secundaire behoeften

Slide 16 - Open vraag

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het belangrijkst vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het stomst vindt

Slide 17 - Quizvraag

Wat is zelfvoorziening?
A
Dat je je zelf voorziet
B
Wanneer je zelf in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
C
Zelf groenten verbouwen, zelf je huis schilderen, zelf jam maken.
D
Wanneer je in jouw behoeften voorziet door eigen gemaakte producten

Slide 18 - Quizvraag

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Tekstslide

Welke twee soorten behoeften heb je?

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent 'schaarste' bij economie?

Slide 23 - Open vraag

voorbeeld vrije goederen

Slide 24 - Woordweb

Wat bepaalt hoe groot jouw welvaart is?

Slide 25 - Open vraag

Waarom moet je keuzes maken als je een hogere welvaart wilt?

Slide 26 - Open vraag

Extra uitleg

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Extra oefening

Slide 31 - Tekstslide

1. Bekijk opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 8 van 'Weet je het nog?' en maak diegene die jij lastig vindt.

2. Bekijk opdracht 1 t/m 13 op bladzijde 28  van 'oefenopgaven' en maak diegene die jij lastig vindt.

Slide 32 - Tekstslide

Extra uitdaging

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Opdracht zelfvoorzienend
Bedenk hoe jij zelfvoorzienend kunt worden. 

  • Waarmee moet je stoppen?
  • Hoe zou jij het aanpakken?
  • Welke kosten moet je maken?

Slide 35 - Tekstslide

Verdeling welvaart verklaard:


Interne oorzaken

Slide 36 - Tekstslide

Verdeling welvaart verklaard:


Externe oorzaken

Slide 37 - Tekstslide