2)Vertrouwensrelatie

Les 2: Vertrouwensrelatie 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 2: Vertrouwensrelatie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertrouwensrelatie
Vertrouwen: Het geloof (de verwachting) dat de ander eerlijk en oprecht is, het gevoel dat je op de ander kunt rekenen

Relatie: Professioneel, functioneel en tijdelijk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van een goede vertrouwensrelatie?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan een vertrouwensrelatie
  1. Eerste indruk. 
'' Je krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk ''

In een oogopslag vormt de client een beeld van een zorgverlener. Hierin wordt al bepaalt of hij vertrouwen heeft in het contact of niet. 

Combinatie van verschillende factoren: uiterlijk, manier van spreken, mimiek, lichaamshouding, geur, stemklank.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan een vertrouwensrelatie
  • Als zorgverlener krijg je ook een eerste indruk van de client/patient.
    Soms kloppen deze niet, ze worden gefilterd door de beelden, verachtingen of (voor)oordelen die je al had. 
  • De eerste indrukken worden aangevuld door de manier waarop het contact verder verloopt. Daardoor altijd belangrijk om respectvolle omgangsvormen in acht te nemen; 
  • Waar denken we dan aan? 

Slide 5 - Tekstslide

  • Beleefdheid: denk aan groeten en de ander met 'u' aanspreken
  • Eerst vragen en dan doen
  • Hoffelijkheid: Bijvoorbeeld een praatje maken, de deur open houden of iets aangeven. 
  • Bedanken
  • Excuses aanbieden
  • Geduldig zijn
  • Namen onthouden! 
Een vertrouwensrelatie opbouwen
Hoe doe je dat? 
  • Transparant handelen
  • Afstand en nabijheid
  • congruent handelen
  • afstemmen op de client 


Slide 6 - Tekstslide

Transparant in het contact met de ander houdt in dat je helder bent over wat je doet, hoe je dat doet en waarom je dat doet! 
De ander weet waar hij aan toe is. Je houdt niets achter er is geen onuitgesproken bijbedoeling. 
Transparant handelen
Transparant in het contact met de ander houdt in dat je helder bent over wat je doet, hoe je dat doet en waarom je dat doet!
De ander weet waar hij aan toe is. Je houdt niets achter er is geen onuitgesproken bijbedoeling. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Professionele afstand maar toch nabijheid laten ervaren, hoe doe je dat?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Professionele afstand en de zorgvrager nabijheid laten ervaren hoe doe je dat?
  • Raak de zorgvrager niet onnodig aan. (gepaste afstand afhankelijk van de situatie.
  • Blijf de zorgvrager professioneel aanspreken (meneer of mevrouw en u).
  • Wees voorzichtig in wat je zelf deelt met de zorgvrager (niet je eigen zorgen of privémoeilijkheden).
  • Respecteer de ruimte van de zorgvrager (niet zomaar binnenvallen).
  • Geef duidelijk je grenzen aan als de zorgvrager over jouw grenzen heen gaat. 




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congruent handelen
Datgene wat je zegt, overeenkomt met je lichaamstaal en wat je doet. Dit wekt vertrouwen op bij de ander. 
Als hier namelijk een verschil inzit wekt dit juist wantrouwen op!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afstemmen op de client
Je stemt af op wat de cliënt/ patiënt wil, kan en durft!
(Iemand stimuleren op grenzen te verleggen, lukt vaak alleen bij vertrouwen)
Afstemmen is pas mogelijk als je de ander goed kent. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eigenschappen horen bij het opbouwen van een vertrouwensrelatie?

Slide 12 - Open vraag

Eerlijkheid
Oprechtheid
empathie
betrouwbaarheid
vertrouwelijkheid
zelfvertrouwen
zelfacceptatie 

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft de video te maken met een vertrouwensrelatie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies