Even en oneven gaan er gewoon om of je iets netjes in twee gelijke groepjes kunt verdelen.
Even getal → je kunt het precies in twee gelijke delen splitsen, zonder rest.
Voorbeelden: 2, 4, 6, 8, 10, 12…
Oneven getal → als je het probeert in twee gelijke delen te splitsen, blijft er altijd 1 over.
Voorbeelden: 1, 3, 5, 7, 9, 11…