Thema 5 les 4 seks enz

Lotus
Renée
            bord       en       docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!
 
Heb je een vaste plek, dan is dit voor je eigen groei en vooruitgang. 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lotus
Renée
            bord       en       docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!
 
Heb je een vaste plek, dan is dit voor je eigen groei en vooruitgang. 

Slide 1 - Tekstslide

Sem
Dilano
Piotr
Romy
                          bord  
Pak je boek, je IPad en log alvast in!
Leg je huiswerk klaar voor controle!
r
a
a
m

Slide 2 - Tekstslide

Absentie, zorg dat je spullen op tafel liggen
Herhaling vorige les..
Doelen van de les
Doel met uitleg
Opdrachten maken 
Nakijken  
Doel van de les en afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Hoofstukopbouw
1. De puberteit
2. Een vrouw
3. Een man
4. Seks enzo
Herhaling 1 - 4
5. Veilig vrijen
6. Zwangerschap
7. Geboorte en Samenhang 
8 Soa's
Diagnostische toets
Toets

Slide 4 - Tekstslide

Een man: Doelen
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies.
  • Je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen. 

Slide 5 - Tekstslide

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies. 

onderdelen: 
balzak, teelballen, 
bijballen, zaadleiders, 
zaadblaasjes, prostaat, 
penis, zwellichamen. 



Slide 6 - Tekstslide

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies. 
Functies: 
Balzak: hier liggen de teelballen (maken zaadcellen) in en twee bijballen (opslagplaats zaadcellen). 
Zaadleiders: vervoeren van zaadcellen
Zaadblaasjes en de prostaat: maken vocht voor de zaadcellen. Het vocht uit de zaadblaasjes zorgen voor voedingsstoffen. 
Penis: bevat de zwellichamen, urinebuis, eikel en voorhuid. 



Slide 7 - Tekstslide

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies. 
Geslachtsgemeenschap:
De penis beweegt op en neer in de vagina van een vrouw. Bij een zaadlozing komt sperma met schokken uit de penis. 

besnijdenis van een man: hygiëne of
godsdienstige redenen. 

Slide 8 - Tekstslide

Doel: Je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen. 
zaadcellen: 
  • erg klein
  • kunnen zelf bewegen met de zweepstaart
  • vele miljoenen per lozing
eicellen: 
  • erg groot
  • kunnen niet zelf bewegen
  • 1 eicel per 4 weken

Slide 9 - Tekstslide

begrippen:  
balzak: huidplooi waar de teelballen en bijballen in liggen
teelballen: orgaan dat zaadcellen maakt
zaadcellen: mannelijke geslachtscellen
zweepstaart: staart waarmee zaadcellen zich voortbewegen
bijballen: plek waar zaadcellen worden opgeslagen
zaadleiders: buisjes die de zaadcellen vervoeren
sperma: zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat

Slide 10 - Tekstslide

begrippen:  
zaadblaasjes: orgaan dat vocht en voedingsstoffen toevoegt aan de zaadcellen
prostaat: orgaan dat vocht maakt voor de zaadcellen
urinebuis: buis door de penis waardoor urine en sperma naar buiten kan
penis: voortplantingsorgaan van de man dat bestaat uit zwellichamen, urinebuis, eikel en voorhuid
eikel: top van de penis die erg gevoelig is
voorhuid: dunne huidplooi die de eikel bedekt
besnijden
wegsnijden van de voorhuid
zwellichamen
orgaan dat zich vult met bloed
erectie
het stijf worden van de penis

Slide 11 - Tekstslide

begrippen:  
besnijden: wegsnijden van de voorhuid
zwellichamen: orgaan dat zich vult met bloed
erectie: het stijf worden van de penis
besnijden: wegsnijden van de voorhuid
zwellichamen: orgaan dat zich vult met bloed
erectie: het stijf worden van de penis

Slide 12 - Tekstslide

nakijken blz: 26

Slide 13 - Tekstslide

Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de man?
A
borsten, zaadcellen en zaadleider
B
schaamhaar, eikel, penis
C
o.a. penis, ballen, prostaat
D
o.a. voorhuid, penis, eicellen

Slide 14 - Quizvraag

Wat gaat er door de urinebuis?
A
alleen zaadcellen
B
alleen sperma
C
zaadcellen en sperma
D
geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Hoofstukopbouw
1. De puberteit
2. Een vrouw
3. Een man
4. Seks enzo
Herhaling 1 - 4
5. Veilig vrijen
6. Zwangerschap
7. Geboorte en Samenhang 
8 Soa's
Diagnostische toets
Toets

Slide 16 - Tekstslide

Seks enzo : Doelen
  1. Je kunt beschrijven wat seksualiteit is. 
  2. Je weet dat gender en seksuele voorkeur kunnen verschillen. 
  3. Je weet hoe je wensen en grenzen kunt bewaken in een seksuele relatie. 

Slide 17 - Tekstslide

Doel: Je kunt beschrijven wat seksualiteit is. 
Je kunt seks hebben met verschillende betekenissen:
- intimiteit, voortplanting of lust

Tijdens de seks kan iemand een orgasme krijgen. 
- bij een vrouw spannen de spieren rond de vagina zich aan. 
- bij een man vindt er een zaadlozing plaats. (hoeft niet altijd)
Hier kun je ook zelf voor zorgen. 

Slide 18 - Tekstslide

Doel: Je kunt beschrijven wat seksualiteit is. 
Alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met seks. 
Geslachtsgemeenschap en zelfbevrediging horen bij seksualiteit. 

Je kunt seks hebben met verschillende betekenissen:
- intimiteit: liefde, knuffelen, strelen, vrijen
- voortplanting: gewoon voor het krijgen van een baby.
- lustbeleving: seksueel opgewonden raken door wat dan ook

Slide 19 - Tekstslide

Doel: Je weet dat gender en seksuele voorkeur kunnen verschillen. 
Seksuele voorkeur:
mannen en vrouwen
vrouwen en vrouwen
mannen en mannen

Eigenschappen die mensen mannelijk of vrouwelijk vinden hoeven niet perse bij een man of vrouw te horen. Een jongen mag ook met poppen spelen en een meisje met auto's. Eigenschappen heeft met gender te maken.  
geslacht en gender
Je kunt als jongen geboren worden, maar je een meisje
voelen. En andersom.

Slide 20 - Tekstslide

Wat vind jij dat grensoverschrijdend gedrag is, betreft seksualiteit?

Slide 21 - Open vraag

Doel: Je weet hoe je wensen en grenzen kunt bewaken in een seksuele relatie. 

Slide 22 - Tekstslide

Doel: Je weet hoe je wensen en grenzen kunt bewaken in een seksuele relatie. 
Wensen: iets dat je graag wilt. 
Grenzen: iets dat je niet wilt. 




verkrachting: ongewenste geslachtsgemeenschap
incest: aanranding of verkrachting door een familielid
loverboy: een jongen die een meisje de prostitutie in wilt lokken

Slide 23 - Tekstslide

Als een jongen een meisje trakteert op een avondje uit, is het redelijk dat de jongen als tegenprestatie seks verwacht.
eens/oneens

Slide 24 - Woordweb

Porno geeft een goed beeld van hoe de seks eruit hoort te zien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag: 
Samen lezen en opdrachten maken: blz 34

huiswerk: 
blz 34 - 44
begrippenlijst bs 4

Slide 26 - Tekstslide

 Dit hebben we vandaag geleerd: 
  • Je kunt beschrijven wat seksualiteit is.
  • Je weet dat gender en seksuele voorkeur kunnen verschillen.
  • Je weet hoe je wensen en grenzen kunt bewaken in een seksuele relatie. 

Slide 27 - Tekstslide

Een kneepje in de bil is zo onschuldig dat een jongen dit bij een meisje wel mag doen.
eens/oneens

Slide 28 - Woordweb

Door porno op internet te kijken, zie je hoe seks in een relatie gaat.
eens/oneens

Slide 29 - Woordweb

Als een meisje zich uitdagend kleedt, vraagt ze
om seks of lokt ze verkrachting uit.
eens/oneens

Slide 30 - Woordweb

Je moet je eigen grenzen op het gebied van seks op tijd aangeven anders heb je er later spijt van.
eens/oneens

Slide 31 - Woordweb

Als een meisje zich uitdagend kleedt, vraagt ze
om seks of lokt ze verkrachting uit.
eens/oneens

Slide 32 - Woordweb

Bedankt!

Slide 33 - Tekstslide