BallondebatPeerfeedbackoefenbetoog

Wat gaan we vandaag doen?
- Oefenbetoog (punten docenten, feedback klas)
- Verwerkingsvragen Oeroeg en Karel ende Elegast
- Ballondebat (uitleg+personage bedenken)
 - Documentatiemap (optioneel)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
- Oefenbetoog (punten docenten, feedback klas)
- Verwerkingsvragen Oeroeg en Karel ende Elegast
- Ballondebat (uitleg+personage bedenken)
 - Documentatiemap (optioneel)

Slide 1 - Tekstslide

Oefenbetoog
Voor de vakantie oefenbetoog geschreven.
De docent kent je punten toe, maar geeft weinig feedback ivm schoolexamen. Max. 10 pntn.
Feedback is belangrijk; hierdoor verbetering aanbrengen.
Klasgenoot:
- Geeft feedback adhv checklist (blz. 65).
- Schrijft op het oefenbetoog.


timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Oefenbetoog: voorlopige punten
10 punten: alle onderdelen erin (niet perfect!)
8 punten: niet alle onderdelen erin
6 punten: er zitten goede elementen in, de basis is er
4 punten: ik zie waar je naartoe wilt, maar het komt er nog niet uit, essentiële onderdelen missen

Lees de feedback goed door.

Slide 3 - Tekstslide

Verwerkingsvragen SE1
Oeroeg 
Karel ende Elegast

Je krijgt de vragen van de docent.
Beantwoord de vragen. Mag in duo's.
Hulp: Karel ende Elegast + Oeroeg
timer
30:00

Slide 4 - Tekstslide

Oeroeg, vraag 1
1. Voor het begrijpen van het boek is het van belang is dat je iets weet over de Nederlandse koloniale geschiedenis en specifiek over de verhoudingen met Indonesië. Bij het verschijnen van het boek in 1948 was Indonesië nog niet zelfstandig en heette nog Nederlands-Indië. In het boek wordt de term politionele actie genoemd. Waarnaar verwijst deze term?

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 2 en 3
2. Al op heel jonge leeftijd wordt de ik-figuur zich bewust van heel belangrijke verschillen tussen Oeroeg en hemzelf. Noem er twee.
3. Oeroeg krijgt een voorkeursbehandeling: hij wordt anders behandeld dan andere inlandse kinderen. Waarom? Wat is de reden van de ouders van de ik-figuur om bijvoorbeeld de schoolopleiding van Oeroeg te betalen?


Slide 6 - Tekstslide

4. Het meer Telaga Hideung (het zwarte meer) speelt een belangrijke rol in het boek.
a. Leg uit waarom dit zo is.
b. De beschrijving van het meer kun je symbolisch opvatten. Waarvoor staat die beschrijving symbool?
  • ‘het wezen van de inlander’
c. Welke overeenkomsten kun je bedenken tussen het meer en het karakter van Oeroeg,? (Kijk hierbij op p22/23, 31 en p127).
  • Gevaarlijk, ondoorgrondelijk, donker?


Slide 7 - Tekstslide


5. Tijdens de laatste ontmoeting met de ik-figuur, zegt Oeroeg: "Ga weg, (…), ga weg, anders schiet ik. Je hebt hier niets te maken." Waarom spreekt Oeroeg hier Soendanees? Hij spreekt toch ook Nederlands?

Slide 8 - Tekstslide

6. Wat is het belangrijkste thema van deze novelle?

Waarover wil de schrijfster lezers aan het nadenken zetten? Betrek ook het motto in je antwoord. 
  • Onoverbrugbare cultuurverschillen. Verloren jeugd/vriendschap

‘East, is east and west is west and never the twain shall meet’ Rudyard Kipling.

Slide 9 - Tekstslide

Karel ende Elegast: vraag 1
Leg aan de hand van Karel ende Elegast het principe van feodaliteit uit. Het bulkboek geeft ook informatie hierover.

Slide 10 - Tekstslide

Karel ende Elegast, vraag 2
Noem tenminste drie belangrijke thema’s die in Karel ende Elegast aan bod komen. Geef bij elk thema een voorbeeld waar dit thema uit blijkt.

Slide 11 - Tekstslide

Karel ende Elegast, vraag 3
De middeleeuwse cultuur was een eercultuur. De huidige samenleving is meer een gewetenscultuur.
a. Leg uit aan de hand van voorbeelden uit het verhaal én uit je eigen leven wat het verschil is.
b. Wat is beter, volgens jou, een eercultuur of gewetenscultuur. En beter voor wie? Voor het individu of de samenleving?

Slide 12 - Tekstslide

Karel ende Elegast, vraag 4
In het verhaal komt veel symboliek voor, denk aan kleuren en getallen. Geef 2 voorbeelden van symboliek uit het verhaal.

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we verder doen?
Woensdag 29 oktober: documentatiemap inleveren
Woensdag 5 november: SE1

Hoe ver ben je met je documentatiemap?
Reader, blz. 63: uitleg
Suus-Saoirse-Susanne-Amra-Maarten-Tatum: aan het werk


Slide 14 - Tekstslide

Doel is: criteria van een overtuigende presentatie herkennen en gebruiken: oogcontact, houding, stemgebruik. Ook oefenen om met humor en creativiteit het publiek te overtuigen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Morgen: ballondebat.
Bedenk een personage, geef dit door aan de docent en bereid je pitch voor.






Morgen hoor je wie er      voorzitter en tijdbewaker zijn.














Openbaar spreken + onderdeel beoordeling SE1


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Je krijgt nu de tijd om een personage te bedenken. Denk aan: politicus, zanger/zangeres, acteur/actrice, influencer, activist, uitvinder, stripfiguur, tv-persoonlijkheid etc.
Weet je het? Geef het door aan de docent. Ga daarna aan de slag met je documentatiemap.





















Openbaar spreken + onderdeel beoordeling SE1


Slide 21 - Tekstslide

Dinsdag 28 oktober
Welkom bij het:

Slide 22 - Tekstslide

Beoordeling


6: eerste ronde eruit (wel argumenten gegeven).
8: tweede ronde eruit (wel argumenten gegeven).
10: voor de winnaar

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf op een post-it 2 namen van leerlingen die er volgens jou uit                          moeten.






Geef de post-it aan                de docent.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf op een post-it de naam van de leerling die volgens jou moet winnen.






Geef de post-it aan               de docent.

Slide 28 - Tekstslide

En de winnaar is....

Slide 29 - Tekstslide

Non-verbale communicatie
Wat is het? Schrijf op je wisbordje.
  • verbaal: mondeling, met woorden
  • non: niet
Hoe kan je jouw verhaal hiermee ondersteunen?
  • gezichtsuitdrukking
  • lichaamshouding
  • (hand) gebaren

Slide 30 - Tekstslide

Non-verbale communicatie
Tips? Schrijf op je wisbordje.
  • Weet wat je wilt zeggen (pp oplezen)
  • Beide benen op de grond
  • Lage ademhaling
  • Iets in je hand
  • Spreekkaartjes
  • Over de hoofden heen kijken

Slide 31 - Tekstslide

Tijd over?
  • Documentatiemap
  • Lezen in Oeroeg
  • Quizlet


Wat ga je halen voor SE1?

Slide 32 - Tekstslide