De grote Gorgelquiz

Wie kent er de taal van de Gorgels?
Wie leest goed en klikt in 1 keer het goede antwoord aan?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wie kent er de taal van de Gorgels?
Wie leest goed en klikt in 1 keer het goede antwoord aan?

Slide 1 - Tekstslide

Morgen op deze slide alle namen van de kinderen die de quiz goed gemaakt hebben.
Je moet daarvoor alle vragen, het liefst in één keer, goed beantwoord hebben. Maak de vragen voor 18.00 uur.
Mazzelabammie!

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer zijn de Gorgels op het eiland
A
Het hele jaar door.
B
Als de R uit de maand is.
C
Nooit
D
Als de R in de maand is.

Slide 3 - Quizvraag

Melle heeft superogen.
Wat zijn dat.
A
Heel grote ogen.
B
Glazen stenen die op ogen lijken.
C
Ogen waarmee je veel kunt zien.
D
Ogen met superkrachten zoals het kunnen laten smelten van ijs.

Slide 4 - Quizvraag

Melle heeft een toverkijker.
Wat is dat?
A
Een fototoetsel.
B
Een verrekijker.
C
Een camera om mee te filmen.
D
Een microscoop.

Slide 5 - Quizvraag

Melle gaat gorgelbessen zoeken. Wat zijn dat?
A
Bessen waarmee je kunt gorgelen als je keelpijn hebt.
B
Bessen waar je heel ziek van wordt.
C
Rode bessen die Gorgels lekker vinden en die gezond voor ze. zijn.
D
Bessen waarvan ze een soort verf maken.

Slide 6 - Quizvraag

Wakka heeft meegedaan aan de Gorgelympische spelen.
Met welke sport?
A
Ver spugen.
B
Ver springen.
C
Klimmen
D
Deltavliegen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent
kringelarondorondo?
A
Rondjes gaan draaien.
B
In het rond dansen.
C
Ik ben duizelig.
D
In een kring gaan staan.

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent
Dommeldommeltukjedam?
A
Een dam bouwen.
B
Voor je uit staren.
C
Lekker slapen.
D
Met de trein rijden.

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent
gedverlebbesbam?
A
Iemand een tik geven.
B
Iets aflikken.
C
Een verlepte plant.
D
Iets hééél vies vinden.

Slide 10 - Quizvraag

Joebelabambam, wat is dat?
A
Een boterham met gorgelhagel.
B
Een muziekinstrument.
C
Een uitroep van vreugde.
D
Iemand flinke klappen geven.

Slide 11 - Quizvraag

Wat zeg je tegen iemand als er iets fout gaat?
A
Hohohaltelahammie
B
Kamikazelaboemboem
C
Hakkelabambam
D
Oepselabambam

Slide 12 - Quizvraag

Wat zeg je als er flink op los gaat slaan?
A
Hohohaltalahammie
B
Kamikazelaboemboem
C
Hakkelabambam
D
Oepselabambam

Slide 13 - Quizvraag

Wat roep je als je gaat vechten als of je leven ervan af hangt?
A
Hohohaltelahammie
B
Kamikazelaboemboem
C
Hakkelabambam
D
Oepselabambam

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent hohohaltelahammie?
A
Hier is de bushalte.
B
De kerstman komt eraan.
C
Stoppen met wat je aan het doen bent.
D
Ik hoef geen ham meer.

Slide 15 - Quizvraag

Wat roept Abba de Oergorgel als hij wil dat iedereen gaat vliegen?
A
Vliegerdevliegerdeopop
B
Deltalazweviezwevie
C
Vliegmetmemee-metderegenboogmee
D
Joeghei-jippiejee

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent mazzelabammie?
A
Nou succes hè!
B
De groeten, tot ziens!
C
Veel geluk, veel mazzel!
D
Een lekkere boterham voor de lunch hebben.

Slide 17 - Quizvraag

Porroporroguggelbam betekent:
A
Ik ga je een paar porren geven.
B
Een lekkere kom pap eten.
C
Wat wil jij op je boterham?
D
Ik ben trots op jou!

Slide 18 - Quizvraag