4.3 Naar het ziekenhuis.

KNM
thema 4
gezondheid
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM
thema 4
gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

intro
1. Ben jij weleens in een Nederlands ziekenhuis geweest? Waarvoor?
2. Zijn de ziekenhuizen in jouw land hetzelfde als in Nederland? Wat zijn de verschillen? 
Denk aan: de dokters, de kamers, het eten, het bezoek.

Slide 2 - Tekstslide

lesplan
1. huiswerk bespreken
2. oefenen: bespreek samen, zoek op, werkblad 4.3b
3. herhalen: Taalcompleet 4.3

Slide 3 - Tekstslide

huiswerk bespreken
Filmpje gezien?

Zijn er vragen? 


...

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk bespreken
1. Wat betekent doorverwijzen?
2. Wat is een verwijsbrief?
3. Wanneer ga je naar de Spoedeisende Hulp?
4. Wat is een specialist?
5. Wat staat er op een patiëntenpas?

Slide 5 - Tekstslide

Je moet naar het ziekenhuis.
Je blijft er minimaal één nacht.
Wat neem je allemaal mee?

Slide 6 - Woordweb

oefenen
Als je minimaal één nacht in het ziekenhuis blijft, neem je mee:
* verzekeringsbewijs, legitimatie, overzicht van de medicijnen die je gebruikt, patiëntenpas,
* toiletartikelen  kleding (nachtkleding, schone kleding, pantoffels).
* Evt. verwijsbrief, dieetlijst en naam en adres van je apotheek.

Slide 7 - Tekstslide

oefenen
bespreek samen (6) --> blz. 47

1. Wanneer bel je 112? Heb je dat weleens gedaan? Waarom?

3. Ben je weleens op de Spoedeisende Hulp geweest? Waarvoor? Moest je toen lang wachten? Mocht je daarna weer naar huis?

Slide 8 - Tekstslide

oefenen
Zoek op (7) --> blz. 47

Ga naar www.ziekenhuis.nl 
Geef antwoord op de vragen in je boek.

Slide 9 - Tekstslide

extra
1. Artsen en verpleegkundigen gebruiken veel moeilijke woorden. Misschien is je Nederlands niet goed genoeg om met de arts of verpleegkundige te kunnen praten. Wat kun je dan doen? 
Bijv. een volwassene meenemen die de taal beheerst, zorgen voor een tolk via de telefoon of op locatie; 
let op: patiënten moeten dit soms zelf betalen.
Je kunt ook in overleg met de arts het gesprek op je telefoon opnemen. Je kunt dit later dan nog eens rustig beluisteren.


Slide 10 - Tekstslide

extra
2. Wie betaalt de kosten voor zorg in jouw land? Hoe is dat in Nederland?
Je kunt je verzekeren tegen veel ziektekosten. De verzekering betaalt dan. 
(we leren dat in 4.7) 
Belangrijk om te weten: als je naar de Spoedeisende Hulp gaat, dan gaat dat van je eigen  risico af. Je betaalt dus zelf.  Ook een rit met de ambulance gaat van je eigen risico af. 
Dit is een extra
 reden om eerst de huisarts of de huisartsenpost te bellen, voordat je met een gezondheidsprobleem naar het ziekenhuis gaat.

Slide 11 - Tekstslide

oefenen

Slide 12 - Tekstslide

herhalen
Maak aan het eind van de les
op
 Taalcompleet.nl
4.3
Ga niet verder....


Slide 13 - Tekstslide

extra

Slide 14 - Tekstslide

extra: een kaartje schrijven

Slide 15 - Tekstslide

extra: een kaartje schrijven

Slide 16 - Tekstslide

extra: een kaartje schrijven

Slide 17 - Tekstslide