3.5 Het parlement controleert
1 / 38
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Het parlement is:
A
de Eerste Kamer
B
de Tweede kamer
C
de volksvertegenwoordiging
D
de senaat
Slide 3 - Quizvraag
Burgers kiezen de
A
eerste kamer
B
tweede kamer
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wie stemt er over een wetsvoorstel?
A
De regering
B
Eerste Kamer
C
Kabinet
D
Eerste en Tweede Kamer
Slide 7 - Quizvraag
De Eerste Kamer doet een wetsvoorstel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De Eerste Kamer controleert de regering
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
WAAR
NIET WAAR
De Tweede Kamer heeft 150 leden
De Eerste Kamer wordt direct gekozen
Ministers zitten in de Tweede Kamer
Regering is een ander woord voor Eerste- en Tweede Kamer
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen aanpassen
Het parlement controleert de ministers
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
1. Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
2.Hoe worden de leden gekozen?
2.Hoe worden de leden gekozen?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
een Kamerlid dat een wijziging in een wetsvoorstel wil, maakt gebruik van het ...
A
recht van initiatief
B
recht van motie
C
recht van interpellatie
D
recht van amendement
Slide 17 - Quizvraag
Het indienen van een wetsvoorstel.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie
Slide 18 - Quizvraag
recht van amendement,
Wie heeft dit recht en wat betekent het?
Wie heeft dit recht en wat betekent het?
A
alleen de Tweede Kamer
wijziging wetsvoorstel
B
alleen de Eerste Kamer
wetswijziging
C
alleen de Tweede Kamer, debatteren over een wet
D
alleen de Eerste Kamer,
wetsvoorstel
Slide 19 - Quizvraag
Welke 2 beweringen zijn juist?
A
De Tweede Kamer mag een wet veranderen
B
De Eerste Kamer mag een minister ter verantwoording roepen
C
De Tweede Kamer mag een onderzoek instellen
D
De Eerste kamer mag een wetsvoorstel doen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een taak van de Tweede Kamer?
A
De Eerste Kamer controleren
B
De ministers controleren
C
de Tweede Kamer controleren
D
ze doen alles in de politiek
Slide 21 - Quizvraag
Recht van initiatief heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Het parlement wil iets tot op de bodem uitzoeken. Ze maken gebruik van hun
A
recht van budget
B
recht van interpellatie
C
recht van enquete
D
recht van vragen
Slide 25 - Quizvraag
De Tweede Kamer heeft twee taken: de controlerende en de wetgevende. Geef aan bij welke taak van de Tweede Kamer elk recht hoort.
Controlerende taak
Wetgevende taak
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van amendement
Recht van enquete
Slide 26 - Sleepvraag
Een wijziging van een wetsvoorstel indienen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie
Slide 27 - Quizvraag
Bij welk recht hoort:
Een minister voor een spoeddebat naar de kamer roepen.
Een minister voor een spoeddebat naar de kamer roepen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de sterkste reactie die de Tweede Kamer kan uiten op beleid van een minister?
A
Motie van treurnis
B
Motie van afkeuring
C
Motie van aftreden
D
Motie van wantrouwen
Slide 29 - Quizvraag
Van welk recht maakt de Tweede Kamer gebruik als een minister op het matje wordt geroepen?
A
Parlementair onderzoek
B
Recht van amendement
C
Recht van interpellatie
D
Motie van wantrouwen
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een controlerende taak van het parlement
A
recht van initiatief
B
recht van amendement
C
recht van interpellatie
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
in de nieuwe regering zit de VVD niet in de
A
oppositie
B
coalitie
C
Tweede kamer
D
regering
Slide 33 - Quizvraag
Hoe worden de regeringspartijen genoemd?
A
kabinet
B
coalitie
C
oppositie
D
regering
Slide 34 - Quizvraag
Wat is oppositie?
A
Overzicht van de regeringsplannen
B
De partijen in de Tweede Kamer die niet in de regering zitten
C
Een plan om een maatschappelijk probleem op te lossen
D
De ministers en staatssecretarissen
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Link
Leg uit hoe bijzonder het is dat de Donorwet is aangenomen in de Tweede Kamer. Gebruik in je uitleg de begrippen coalitie en oppositie
