3BL Lesson 22: Words & sentences

3BL Unit 6: Crime and punishment
Lesson 22: Words & sentences
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3BL Unit 6: Crime and punishment
Lesson 22: Words & sentences

Slide 1 - Tekstslide

Welke 8 woorden uit de vorige les kun je nog benoemen?
Crime and punishment
Lesson 21

Slide 2 - Woordweb

Words & sentences
De opdrachten in deze lessen zijn hetzelfde als opdrachten 15, 16, 18, 20 en 21 uit je workbook. Ga naar blz. 111 in je Coursebook

Slide 3 - Tekstslide

15 New words
Sleep de Engelse woorden op de volgende slides naar de juiste Nederlandse vertalingen.

Slide 4 - Tekstslide

verdacht
straf
oneerlijk
zakgeld
leeg (lege)
kofferbakverkoop
gevangenis
boete
pocket money
car boot sale
dishonest
empty
suspicious
prison
fine
sentence

Slide 5 - Sleepvraag

16 Sorting out
Kies op de volgende 4 slides bij elk thema (dikgedrukt) 4 woorden die daarbij horen. Sleep deze naar het thema toe.

Slide 6 - Tekstslide

Crime
store detective
mugging
jacket
prison
shop
trousers
murder
burglary
cloak
private investigator
shoplifting
shopkeeper
jeans
school
police station
teacher

Slide 7 - Sleepvraag

buildings
store detective
mugging
jacket
prison
shop
trousers
murder
burglary
cloak
private investigator
shoplifting
shopkeeper
jeans
school
police station
teacher

Slide 8 - Sleepvraag

jobs
store detective
mugging
jacket
prison
shop
trousers
murder
burglary
cloak
private investigator
shoplifting
shopkeeper
jeans
school
police station
teacher

Slide 9 - Sleepvraag

clothes
store detective
mugging
jacket
prison
shop
trousers
murder
burglary
cloak
private investigator
shoplifting
shopkeeper
jeans
school
police station
teacher

Slide 10 - Sleepvraag

18 Dis-and un-
Sleep de volgende woorden naar de juiste vertaling. (Ja weer een sleepvraag... =])

Slide 11 - Tekstslide

onwerkelijk
ongezond
niet aardig
oneerlijk
ongemakkelijk
ongewild
oneerlijk
oneens/niet eens
dishonest
disagree
dislike
unfair
unhealthy
unwanted
unreal
uncomfortabe

Slide 12 - Sleepvraag

20 The odd one out
Selecteer van de 4 mogelijkheden het woord dat er niet bijhoort. 

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord hoort er niet bij?
A
dad
B
aunt
C
bloke
D
cousin

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
accuse
B
worry
C
blame
D
dishonest

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
meeting
B
shop
C
prison

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
jacket
B
trousers
C
jeans

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
day
B
October
C
week
D
month

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
law
B
shoplifting
C
mugging
D
burglary

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
shopkeeper
B
teacher
C
customer
D
policeman

Slide 20 - Quizvraag

22 Xpress yourself
Typ de Engelse vertaling van de zinnen op de volgende slides. Kijk op blz. 111 in je tekstboek.

Slide 21 - Tekstslide

Ik hoorde dat Spud en jij aan het vechten waren.

Slide 22 - Open vraag

Ze hebben die bende winkeldieven gearresteerd

Slide 23 - Open vraag

Toen mijn vader vorig jaar zijn baan kwijtraakte ... .

Slide 24 - Open vraag

Iedereen dacht dat ik geen zakgeld meer kreeg.

Slide 25 - Open vraag

Joe leende 30 pond

Slide 26 - Open vraag

Hij had contant geld nodig voor een taxi

Slide 27 - Open vraag

Het spijt mij echt dat ik dat niet eerder gezegd heb.

Slide 28 - Open vraag

Sorry dat ik je sloeg

Slide 29 - Open vraag

Deze lesson is klaar! :) Well done! Ga later deze week verder met Grammar

Slide 30 - Tekstslide