Talent 3.8 Spelling

Stillezen
timer
10:00
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • Ik kan het voltooid deelwoord correct schrijven.
  • Ik kan het tegenwoordig deelwoord correct schrijven.
  • Ik weet wanneer ik hoofdletters gebruik.
  • Ik kan 20 dicteewoorden correct schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige week

Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp (mv) te vinden?
Wat is het mv in deze zin?
En het lv?

Morgen gaan we de kinderen het nieuws vertellen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige week

Wat is het voltooid deelwoord? Schrijf op!
We zijn vorige maand naar een nieuwe stad ...... (verhuizen)

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige week

Wat is het voltooid deelwoord? Schrijf op!

Ik heb hem gisteren een appje .... (sturen).

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik vorige week

Wat is het voltooid deelwoord? Schrijf op!

Hij heeft deze week al drie keer .... (sporten)

Slide 6 - Tekstslide

Bedrijvende of lijdende zin?
De bal wordt geschopt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 7 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De bal wordt geschopt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 8 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De kinderen drinken limonade.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 9 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
Word jij later docent aardrijkskunde?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 10 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De leerlingen maken de grammaticatoets.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 11 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 12 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De toets wordt morgen afgenomen bij klas H2a.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 13 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
Ik ben geen groot liefhebber van poëzie.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 14 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De speler heeft een prachtig doelpunt gemaakt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 15 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De brieven worden door de postbode bezorgd.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 16 - Quizvraag

Zet de volgende zin in de bedrijvende vorm:
De brieven worden door de postbode bezorgd.

Slide 17 - Open vraag

Zet de volgende zin in de lijdende vorm:
Ik laat elke morgen de hond uit.

Slide 18 - Open vraag

Opdrachten 3.7 

Opdracht 1                               Opdracht 7              
Opdracht 2                              Opdracht 8
Opdracht 3                              Opdracht 9
Opdracht 4                              Opdracht 10
Opdracht  6                             Opdracht 11
                                                      Opdracht 13
                  





10 minuten zelf werken, rest is huiswerk!
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

3.8 Spelling
Voltooid deelwoord
tegenwoordig deelwoord 
Hoofdletters

Slide 20 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter en citaat.
  • Namen / straatnamen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden hoofdletters
  • De docent vroeg: 'Wie wil als eerste presenteren?'
  • Sammie, Vincent, de Kalverstraat, Develsingel
  • Nike, Coca-Cola, Verkade
  • Rotterdam, Europa, het IJsselmeer, een Dordrechts café
  • Kerstmis, Hemelvaart, Koningsdag, Suikerfeest

  • Zie de uitzonderingen in je boek, blz. 187

Slide 22 - Tekstslide



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 23 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 24 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 25 - Quizvraag



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 26 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 27 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 28 - Quizvraag

Opdrachten 3.8

Opdracht 7
Opdracht 8
Opdracht 9
                  





Huiswerk!

Slide 29 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord?

Slide 30 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'slapen'?
A
geslapen
B
slaapt
C
slapen
D
slapend

Slide 32 - Quizvraag

tegenwoordig deelwoord
A
append
B
appen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'juichen'?
A
Gejuicht
B
Juichend
C
Juichende

Slide 34 - Quizvraag

tegenwoordig deelwoord
A
lachen
B
lachend

Slide 35 - Quizvraag

tegenwoordig deelwoord

In welke zin is het tegenwoordig deelwoord goed gespeld?
A
Huilend kwam de leerling de klas binnen.
B
Huilent kwam de leerling de klas binnen.
C
Huilende kwam de leerling de klas binnen.
D
Huilen kwam de leerling de klas binnen.

Slide 36 - Quizvraag

Kijk 2 minuten naar deze woorden en leer ze uit je hoofd. Na 2 minuten schrijf je zoveel mogelijk woorden op die nog weet.
1. lawine                                           7. waxinelichtje
2. millimeter                                   8. griezelig
3. origineel                                      9. publicatie
4. sieraad                                         10. tsunami
5. discipline                                     11. articuleren
6. sperzieboon                                12. vitrine

timer
2:00

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide