Kostprijsberekening van een gerecht

Kostprijsberekening van een gerecht
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kostprijsberekening van een gerecht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je berekenen wat de kostprijs van een gerecht is.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over het berekenen van de kostprijs van een gerecht?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kostprijs?
De kostprijs is de totale prijs van de ingrediënten die nodig zijn om een gerecht te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat de kostprijs is en waarom het belangrijk is om deze te berekenen.
Ingrediëntenlijst
Maak een lijst van alle ingrediënten die nodig zijn om het gerecht te maken.

Slide 5 - Tekstslide

Geef de studenten een lijst van ingrediënten en vraag hen om deze op te schrijven.
Kosten per ingrediënt
Schrijf de kosten van elk ingrediënt op naast de naam van het ingrediënt.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de studenten om de kosten van elk ingrediënt op te zoeken en deze naast de naam van het ingrediënt op te schrijven.
Totale kosten
Tel de kosten van alle ingrediënten op om de totale kosten te berekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de studenten de kosten van elk ingrediënt optellen om de totale kosten te berekenen.
Portiegrootte
Bepaal de portiegrootte van het gerecht.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat de portiegrootte is en waarom dit belangrijk is bij het berekenen van de kostprijs.
Kostprijs per portie
Deel de totale kosten door het aantal porties om de kostprijs per portie te berekenen.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de studenten de totale kosten delen door het aantal porties om de kostprijs per portie te berekenen.
Oefening
Bereken de kostprijs van een ander gerecht.

Slide 10 - Tekstslide

Geef de studenten een ander gerecht en laat hen de kostprijs berekenen met behulp van de stappen die ze hebben geleerd in deze les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.