Semana 5 leerjaar 1
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
¿Quién dice... 'mi restaurante favorito es Vapiano'?
A
Zenab
B
Dilara
C
Aria
D
Eylul
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
¿Quién dice... 'me gusta comer mucho mucho mucho'?
A
Eylul
B
Zion
C
Juric
D
Timo
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
¿Quién escribe... 'yo no comida'?
A
Zion
B
Dilara
C
Zenab
D
Juric
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Quién dice...'A mi madre no le gusta que le pregunte :¿Qué vamos a comer?'?
A
Zion
B
Aria
C
Selina
D
Juric
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Hoe zeg je in het Spaans: ' Een koffie met melk, alstublieft'?
A
Un café con leche, por favor
B
Un café sin leche, por favor.
C
Un café con leche, gracias.
D
Un café sin leche, gracias.
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf de datum van vandaag in het Spaans:
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
¿Qué hora es?
08:30
08:30
A
Las ocho y media
B
Las nueve y cuarto
C
Las nueve menos cuarto
D
Las ocho y cuarto
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
LUNES
JUEVES
VIERNES
DOMINGO
MARTES
SÁBADO
MIÉRCOLES
hallo
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
ZONDAG
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat betekent 'por la mañana'?
A
S'morgens
B
S'middags
C
S'avonds
D
S'nachts
Slide 19 - Quizvraag
¿Cuál es tu bebida favorita?
Slide 20 - Open vraag
Wat betekent het werkwoord 'poder'?
A
Mogen/kunnen
B
Nemen/Drinken
C
Zijn
D
Eten
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Welke woordjes heb je de afgelopen weken geleerd uit de Woordenlijst?
