1.3 De eerste steden

Pak je tekst- en werkboek
Eerst 10 minuten aan het werk met paragraaf 1.3
wb p. 12 - 13 opdr 1 t/m 6, 10 t/m 12
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak je tekst- en werkboek
Eerst 10 minuten aan het werk met paragraaf 1.3
wb p. 12 - 13 opdr 1 t/m 6, 10 t/m 12

Slide 1 - Tekstslide

1.3 De eerste steden
KA Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie weet je:
  • hoe de eerste steden ontstonden  
  • welke groepen ontstonden in landbouwstedelijke samenlevingen  
  • welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden  
  • welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden 

Slide 3 - Tekstslide

De vruchtbare halve maan 
Dorpen hadden in de prehistorie hooguit enkele honderden inwoners. De inwoners leefden van de landbouw. 
 De eerste steden ontstonden tussen 4000 en 2000 v.C. bij de rivieren de Eufraat en Tigris in Mesopotamië. 

Daar bouwde het volk van de Soemeriërs dorpen uit tot steden met o.a. bestuursgebouwen en tempels

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De landbouwstedelijke samenleving
In de steden ontstonden beroepen door specialisatie: als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid. Bijvoorbeeld ambtenaren en priesters: de godsdienstige leiders. 
 
Er kwamen vakmensen met een ambacht:  een beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap. 
 
Steden waren afhankelijk van handel:  het kopen en verkopen van producten.  Dit gebeurde op een markt: de plaats waar producten worden gekocht en verkocht. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Politieke ontwikkeling
De Soemerische steden in Mesopotamië werden geleid door vorsten. De rest van de bevolking bestond uit onderdanen.  
 In Egypte ontstond omstreeks 3000 v.C. één staat met een koning, de farao.  
 In Mesopotamië bleven de stadstaten bestaan. De koning was vaak ook opperpriester, dat versterkte zijn gezag
Slaven en boeren stonden in de landbouwstedelijke samenleving onderaan in de sociale hiërarchie: rangorde. zij moesten hun oogst afstaan aan de staat.  
 De regering kon voedsel verstrekken aan bijvoorbeeld ambtenaren, militairen en priesters door deze belasting:  wat onderdanen aan hun regering moeten betalen.  

Slide 8 - Tekstslide

Culturele ontwikkeling
De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur. Nieuwe technieken en werktuigen hoorden bij deze beschaving.  
 Ook hadden ze een polytheïstische godsdienst. Ze verklaarden alles wat gebeurde uit het handelen van de goden in mythen.  
 Tussen 3300 en 2900 v.C. ontwikkelden de Soemeriërs het spijkerschrift. Dit was een gevolg van de ingewikkelde organisatie die nodig was voor het besturen van hun steden. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De eerste steden ontstaan in de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Steden en staten

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste ontwikkeling uit het eerste tijdvak?
A
De overgang van jagen naar boeren
B
De overgang van verzamelen naar jagen
C
De overgang van boeren naar steden
D
De overgang van boeren naar verzamelen

Slide 13 - Quizvraag

Hieronder staan vijf uitspraken over het eerste tijdvak: de tijd van jagers en boeren (A-E). Welke twee uitspraken zijn juist?

A De prehistorie is een andere naam van het eerste tijdvak.
B De prehistorie is naam van de tweede periode in de geschiedenis.
C De tijd van jagers en verzamelaars duurde tot 3000 v.C.
D Een kenmerk van het eerste tijdvak is de levenswijze van jager-verzamelaars.
E Een kenmerk van het eerste tijdvak is het ontstaan van landbouw en landbouwstedelijke samenlevingen.

A
Uitspraak A en D
B
Uitspraak A en B
C
Uitspraak C en D
D
Uitspraak D en E

Slide 14 - Quizvraag