IO week 4

Aangeboren afwijkingen en ontwikkelingsgerichte zorg

1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Aangeboren afwijkingen en ontwikkelingsgerichte zorg

Slide 1 - Tekstslide


  1. Pre- & postnatale diagnostiek
  2. Aangeboren afwijkingen
  3. Ontwikkelingsgerichte zorg
Inhoud van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Pre- en postnatale diagnostiek

Slide 3 - Tekstslide

Welke prenatale testen kennen jullie?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn redenen om doorverwezen te worden voor prenatale diagnostiek?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Het syndroom van down
  • Trisomie 21
  • Licht tot ernst gehandicapt
  • Verhoogde kans op lichamelijk aandoeningen zoals:
Leukemie - Oogafwijkingen - Epilepsie - Nierziekten 
  • Ongeveer 50% wordt geboren met een hartafwijking

Slide 7 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken van trisomie 21
  • Scheefstaande ogen
  • extra huidplooi over de binnenste ooghoeken
  • Een klein schedel 
  • Tong een beetje uit de mond
  • Een brede korte nek

Slide 8 - Tekstslide

Het Edwardssyndroom
  • Trisomie 18
  •  Kwetsbare gezondheid
  • Overlijden
  • 9/10 ernstige hartafwijking + veel andere organen aangedaan.
  • Groeiachterstand

Slide 9 - Tekstslide

Het Patausyndroom
  • Trisomie 13
  • Kleine overlevingskans
  • 1 op de 10 ouder dan 1 jaar

Slide 10 - Tekstslide

Hielprik

Slide 11 - Tekstslide

Hielprik
  • Screeningstest voor baby's 
  • Niet te genezen, maar wel goed te behandelen
  • Schildklierziekte, bijnierziekte, sikkelcelziekte, taaislijmziekte en een aantal stofwisselingsziektes 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aangeboren afwijkingen

Slide 14 - Tekstslide

Klompvoet
Heupdysplasie

Spreidbroek

Als gevolg van een stuitligging

Komt voor bij 1 op de 1000 baby's

Komt voor bij 20 op de 1000 baby's

Kan ook op latere leeftijd worden ontdekt

Multifactoriële aandoening

Slide 15 - Sleepvraag

Klompvoet



  • Normaal ontwikkelde voet, maar afwijkende vorm.
  • Multifactoriële aandoening: jongen, stuitligging en erfelijke factoren.

Slide 16 - Tekstslide

Behandeling

  • Gipsbehandeling van zes weken.
  • De achillespees wordt doorgehaald, de baby komt opnieuw in het gips.
  • De voet wordt met een brace behandeld.

Slide 17 - Tekstslide

Heupdysplasie
  • De kom van de heup is niet diep genoeg. 
  • De heupkop kan in en uit de kom glijden. 
  • Multifactoriële aandoening
  • Bij 8 weken: controle consultatie-bureau-arts op heupdysplasie

Slide 18 - Tekstslide

Behandeling
  • Milde gevallen: afwachten

  • Ernstige gevallen: spreidbehandeling
  • 3 tot 6 maanden

Slide 19 - Tekstslide

Cystic Fibrosis (CF)

Slide 20 - Tekstslide

Gezond kind

Kind met CF
VS
  • Dun, doorzichtig en vloeibaar slijm.
  • Afvalstoffen en ziekteverwekkers kunnen met behulp van het slijm goed worden afgevoerd.
  • Dik en taai slijm.
  • Het slijm kan niet goed naar buiten worden afgevoerd, afvalstoffen en ziekteverwekkers blijven in het lichaam.
  • Meer kans op infecties.

Slide 21 - Tekstslide

Alvleesklier: buizen raken verstopt, waardoor verteringssappen niet in de darmen terecht komen. 
Alvleesklier kan schade oplopen → diabetes.

Lever: buizen raken verstopt, waardoor verteringssappen niet in de darmen terecht komen. 
Lever kan schade oplopen → leverfibrose

Darmen: door slechte vertering kan er verstopping optreden. Omdat er onvoldoende voedingsstoffen worden opgenomen, ontstaat er vermagering. Soms wordt er een PEG-sonde geplaatst. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de gemiddelde levensverwachting van kinderen met CF?

Slide 23 - Open vraag

Oorzaak 
Diagnose
  • Beide ouders dragen een afwijkend erfelijk gen bij zich → een bepaald eiwit wordt niet aangemaakt.
  • Eén op de dertig Nederlanders draagt dit afwijkende gen bij zich.
Hielprik, bloedonderzoek en een zweettest.

Slide 24 - Tekstslide

Pauze (5 min)

Slide 25 - Tekstslide

ASD & VSD

Slide 26 - Tekstslide

Waar staan de afkortingen ASD en VSD voor?

Slide 27 - Open vraag

Wat voor ademhaling verwacht je bij een baby met een ASD of VSD die zich aan het inspannen is?
A
Tachypneu (snelle ademhaling)
B
Bradypneu (trage ademhaling)

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn punten waar je als verpleegkundige tijdens het geven van de fles aan een pasgeborene met een ASD of VSD op moet letten?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Hoeveel typen ASD zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 31 - Quizvraag

ASD I
  • 15 %
  • Mitralisklepinssuficiëntie

ASD II
  • 60-75%
  • Foramen Ovale


Slide 32 - Tekstslide

ASD III/ sinus venosus defect
  • <5%

ASD IV/ Sinus coronarius defect
  • <1%


Slide 33 - Tekstslide

Behandeling ASD
  • Veel klachten
  • 3 - 8 mm 

  • Hartcatheterisatie 
  • Open hart operatie

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Behandeling VSD
  • Hangt af van de grote, de plek en de klachten

  • Hartcatheterisatie
  • Open hart operatie

Slide 36 - Tekstslide

Tikkiering

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Ontwikkelingsgerichte zorg

Slide 39 - Tekstslide

Prematuur

Slide 40 - Tekstslide

Wat is de letterlijke vertaling van het begrip 'prematuur'?
A
Vroeggeboorte
B
Voor de rijpheid
C
Te klein geboren
D
Pasgeboren

Slide 41 - Quizvraag

Welke organen en/of regulatiecentra
zijn bij een prematuur niet rijp?

Slide 42 - Woordweb

De longen



  • De longen kunnen zich onvoldoende ontplooien.
  • Oppervlakkige, snelle ademhaling. 
Het ademhalingscentrum
  • Prematuren kunnen 'vergeten' te ademen.
  • Apneus →  saturatiedaling →  bradiecardieën

Slide 43 - Tekstslide

De lever 
  • Afvalstof van rode bloedcellen → bilirubine
  • Onrijpe lever is nog niet in staat om bilirubine om te zetten
  • Fototherapie is werkzaam

De darmen
  • Wanneer de darmen geen/beperkt voeding verdragen → TPV

Slide 44 - Tekstslide

De hersenen
  • Prematuren zijn vatbaarder voor hersenbloedingen.
  • 1 op de 5 prematuren krijgt een hersenbloeding.
Thermoregulerend systeem
  • Het thermoregulerend systeem is onrijp, prematuren kunnen zichzelf niet op temperatuur houden

Slide 45 - Tekstslide

Dysmatuur

Een dysmatuur heeft een te laag geboortegewicht voor het aantal zwangerschapsweken.


Slide 46 - Tekstslide

Welke factoren beïnvloeden de groei van een ongeboren baby?

Slide 47 - Open vraag

Beïnvloedende factoren dysmaturiteit
  • Aangeboren afwijkingen
  • Een meerling
  •  Slecht functionerende placenta
  • Gebruik van genotsmiddelen tijdens de zwangerschap
  • Ondervoeding van de moeder
  • Hoge bloeddruk van de moeder
  • Zwangerschapsvergiftiging
  • Infecties

Slide 48 - Tekstslide

Serotien
                                        
  • Zwangerschap langer dan 42 weken. 
  •  Inleiden om problemen voor de ongeboren baby te voorkomen

Slide 49 - Tekstslide

Ontwikkelingsgerichte zorg

Slide 50 - Tekstslide

Wat denken jullie dat er centraal staat
bij ontwikkelingsgerichte zorg?

Slide 51 - Woordweb




  • Het nabootsen van de         houding in de baarmoeder.
  • Begrenzing bieden

Slide 52 - Tekstslide

Couveuseverpleging

Slide 53 - Tekstslide

Kangoeroeën

Slide 54 - Tekstslide

Kangoeroeën
  • Buidelen
  • Aanvulling zorg voor zieke of te vroeg geboren baby's
  • Huidcontact
  • Acht positieve effecten

Slide 55 - Tekstslide

Zelfregulerend gedrag

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Video

Zelfregulatie is het vermogen om zelf gedachten en gedrag aan te sturen.

Ontwikkeling van zelfregulerend gedrag:
  • Veilige thuissituatie waarin kinderen aandacht, en een duidelijke structuur aangeboden krijgen
  • Empathisch vermogen van de ouders, emotionele steun krijgen, het opstellen van regels voor het kind


  • Veel stress, weinig voorbeeldgedrag en geen duidelijke grenzen → minder kans voor het kind om zelfregulatie te ontwikkelen

Slide 58 - Tekstslide

Evaluatie
https://www.survio.com/survey/d/K7L5X5C2W4L4W5C9J 

Slide 59 - Tekstslide