section E: les verbes présent 2

Le présent
ww. op -er, préférer, aller, avoir, être, faire, lire, pouvoir, vouloir 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Le présent
ww. op -er, préférer, aller, avoir, être, faire, lire, pouvoir, vouloir 

Slide 1 - Tekstslide

tu ... (lire)

Slide 2 - Open vraag

ils ... (avoir)

Slide 3 - Open vraag

je ... (faire)

Slide 4 - Open vraag

nous ... (préférer)

Slide 5 - Open vraag

tu ... (préférer)

Slide 6 - Open vraag

nous ... (être)

Slide 7 - Open vraag

il ... (aller)

Slide 8 - Open vraag

tout le monde ... (penser)

Slide 9 - Open vraag

je ... (pouvoir)

Slide 10 - Open vraag

elle ... (vouloir)

Slide 11 - Open vraag

nous ... (lire)

Slide 12 - Open vraag

elles ... (pouvoir)

Slide 13 - Open vraag

on ... (faire)

Slide 14 - Open vraag