Februari 2023

Begeleidingsuur Engels






8.45 - 9.25 uur

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begeleidingsuur Engels






8.45 - 9.25 uur

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
- Chromebook
- Pen/potlood
- Werkboek Engels

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik oefen met ...
... de grammatica van chapter 3. 
... de stones van chapter 3.
... de themewords van chapter 3. 
... de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Heb je nog huiswerk deze week of toetsen binnenkort?
Wat wil je zelf graag oefenen?

Slide 4 - Woordweb

Wat vind je nog moeilijk?
- Zinnen
- Woordjes
- Grammatica/werkwoorden
- Lezen
- Luisteren
- Schrijven
- Spreken

Slide 5 - Tekstslide

Manieren om Engels te leren 

- Lees Engelse boeken, strips.
- Bekijk Engelse films/series zonder ondertiteling.
- Luister en zing Engelse liedjes. 
- Leer elke dag 10 minuten en maximaal 10 woorden/zinnen.
- Maak een planning, begin op tijd!
- Flashcards, Mindmap met plaatjes of tekeningen.
- Luister, lees, zeg, schrijf. 
- Quizlet, Slim stampen, WRTS.
- Oefen samen, laat je overhoren.

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag:
- Huiswerk doornemen
- Grammatica en stones


   

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag:
- Huiswerk doornemen (pré-teaching)
- Woordjes leren d.m.v. mindmap
- Grammatica oefenen

   

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk doornemen
Wat moet je leren/maken?

Klas 1 woordjes via WRTS

Klas 2 uitleg grammatica 
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk doornemen
Wat moet je leren/maken?

Klas 1 uitleg grammatica

Klas 2 woordjes via WRTS

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Mindmap stap 1: groeperen
1. Pak een gekleurd(e) potlood/stift. Kleur alles dat je in je koffer kunt stoppen (baggage).
2. Pak een andere kleur potlood/stift. Kleur alle vakantie activiteiten.
3. Pak een andere kleur potlood/sitft. Kleur alle woorden die met het weer te maken hebben. 
4. Pak een andere kleur potlood/sitft. Kleur alle plekken waar je kunt overnachten (camping, hotel etc.)
5. Pak een andere kleur potlood/stift.  Kleur alle werkwoorden ie nog niet gekleurd zijn (bijvoorbeeld: to board)

Slide 11 - Tekstslide

Mindmap stap 2: inrichten
1. Maak het begin van je mindmap. In het midden zet je: Chapter 1 holiday times
2. Maak in elk geval 5 gekleurde takken met de kleuren die je bij de vorige stap gebruikte. 
3. Schrijf bij elke tak één van deze categorieën: baggage (luggage), vakantie activiteiten (holiday activities), het weer (the weather), plekken om te overnachten (places to stay), werkwoorden (verbs)
4. Schrijf de gemarkeerde woorden onder de juiste categorie. 

Slide 12 - Tekstslide

Mindmap stap 3: betekenis geven
Geef elk woord een bijpassende kleur of maak een bijpassende tekening. 
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Grammatica klas 1: Plurals (meervoud)
Je voegt meestal -s toe aan een woord als er ergens meer dan één van is.
chair – chairs 
snack – snacks

Je voegt -es toe als de laatste letter van het woord -s, -x, -z, -ch of -sh is.
bus – buses
church – churches
 
Je voegt -es toe als de laatste twee letters van het woord een medeklinker (b,c,d,f,g,h,k,l,m,n,p,q,r,s,t,v,w,x,z) + o zijn.
hero – heroes 
echo – echoes

Je vervangt -y door -ies als de laatste twee letters van het woord een medeklinker (b,c,d,f,g,h,k,l,m,n,p,q,r,s,t,v,w,x,z) + y zijn.
party – parties
baby – babies 









Slide 14 - Tekstslide

Grammatica klas 2: Adjectives (bijv.nw)
Zoals je weet bestaat er in het Engels een vaste woordvolgorde: wie / doet / wat / waar / wanneer.

Je kunt ook een adjective (bijvoeglijk naamwoord) aan een zin toevoegen. Een adjective zegt iets over een mens, dier of ding (zelfstandig naamwoord)
Je zet ze dan voor het mens, dier of ding (zelfstandig naamwoord)
He watched a funny film.
They bought a lovely dress.

Soms zet je een adjective achter het werkwoord. Dit kan bij werkwoorden zoals to be, look, appear en seem.
She looks amazing in my new dress.
They seem focussed on their singing careers.






Slide 15 - Tekstslide

Zet in de past continuous:
We ...... (to play) in a nice field.

Slide 16 - Open vraag

Zet in de past continuous:
You ...... (to drive) to Austria.

Slide 17 - Open vraag

Zet in de past continuous:
She ...... (to talk) to me when i fell on the floor.

Slide 18 - Open vraag

Zet in de past continuous:
She ...... (to play) tennis from 4 till 6.

Slide 19 - Open vraag

Zet in de past continuous:
I ...... (to read) the newspaper when i heared a strange noise.

Slide 20 - Open vraag

Modals (hulpwerkwoorden)
Can = kunnen/willen
Could = zouden kunnen/willen (beleefd) 
Should = zouden moeten (advies, geen verplichting)
Must = zouden moeten (advies, geen verplichting)
Have to = moeten (verplichting)

Slide 21 - Tekstslide

He is very tall, so he ...... play basketball.
A
should
B
can
C
could

Slide 22 - Quizvraag

My sister _________ clean her room. It's a mess in there.
A
can
B
could
C
should

Slide 23 - Quizvraag

Can/should/could.
I'm sorry I ... (not) help you today.
A
Couldn't
B
Can't
C
Shouldn't

Slide 24 - Quizvraag

Can/should/could.
I ... (not) open the door because it was locked.
A
Couldn't
B
Can't
C
Shouldn't

Slide 25 - Quizvraag

Can/should/could.
John ... play the piano.
A
Can
B
Should
C
Could

Slide 26 - Quizvraag

WRTS

Schrijf de woorden van hoofdstuk 2 op de juiste manier.
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Stones
Klas 1 en 2
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoel check
Ik oefen met ...
... de grammatica van chapter 3. 
... de stones van chapter 3.
... de themewords van chapter 3. 
... de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. 

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoel check
Ik ...
... leer de woordjes van hoofdstuk 2 schrijven via WRTS.
... weet hoe en wanneer de past continuous wordt gebruikt.
... weet wat de verschillende hulpwerkwoorden (modals) betekenen.

Slide 30 - Tekstslide

(Les) doel check
Ik kan Quizlet en WRTS gebruiken om de woorden van hoofdstuk 2 te leren. 
Ik weet hoe en wanneer ik de past continuous gebruik.

Slide 31 - Sleepvraag

Wat wil je nog vragen?

Waar wil je de volgende keer mee oefenen?
Kies uit: Woorden, zinnen, grammatica, lezen, luisteren, schrijven, spreken

Slide 32 - Woordweb

Opruimen
Stoelen aanschuiven

Slide 33 - Tekstslide