Ontwikkelingspsychologie

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan wij vandaag doen?
Ontwikkelingspsychologie Wk 4

Theorie (lesson up)
Maken, Thieme Gezondheidsbevordering en preventie, 4 Ontwikkelingspsychologie en gedrag, 2 Persoonlijkheid en gedrag: Verwerkingsopdrachten 2, 3 en 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingspsychologie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkeling=duurzame en langzame ontwikkeling

Psychologie= de wetenschap die het menselijke gedrag bestudeert

Stroming binnen de psychologie die zich bezighoudt met de patronen van groei en verandering die de mens doormaakt met de leeftijd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is van invloed op je ontwikkeling?

Nature: Eigenschappen en capaciteiten die de mens bij de geboorte van zijn ouders mee krijgt.
Nurture: de omgevingsinvloeden die het gedrag bepalen.
Zelfbepaling: de mogelijkheid om zelf richting te geven aan je leven. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling naar leeftijd
Ontwikkelingsfases Leeftijd
  • Baby 0-18 maanden
  • Peuter 18 maanden tot 4 jaar
  • Kleuter 4 tot 6 jaar
  • Schoolkind 6 tot 12 jaar
  • Puber 12 tot 17 jaar
  • Adolescent 17 tot 22 jaar
  • Volwassene 22-65 jaar
  • Oudere 65 en verder

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsgebieden
1. Motorische ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Emotionele ontwikkeling
4. Sociale ontwikkeling
5. Seksuele ontwikkeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tim (4) is net gestart op de basisschool. Het valt op dat Tim zich langzamer ontwikkeld dan leeftijdsgenootjes, uit gesprek met de ouders blijkt dat zij in een vechtscheiding liggen.

Mogelijk is de vechtscheiding een factor die de ontwikkeling momenteel bepaald. Welk soort factor is dit?
A
Interne factor
B
Zelfbepaling
C
Externe factor

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Baby - 0 tot 18 maanden (zuigeling)

Fase ná de prenatale fase
 -Conceptie – embryo – foetus
 -Fase voor de geboorte
 -Vanaf 24 weken mogelijkheid tot proeven, horen en voelen (zelfs leren)

Ontwikkeling vindt plaats op álle ontwikkelingsgebieden:
Lichamelijk/ motorisch, cognitief, sociaal, persoonlijk en seksueel.





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling

De baby communiceert vanaf dag 1
Eerste lachje vanaf week zes (niet doelgericht)
Eenkenningsheidsperiode (maand 7)
           - Zichtbaar gedrag is aanhankelijkheid en scheidingsangst
Ontbreken van het 'ik- gevoel'

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peuter 2- 4 jaar
Emotionele- en persoonlijkheids ontwikkeling
  • Ik besef
  • Vanaf 1,5 jaar ontwikkeling ik- besef (wetend dat zijn gedrag effect heeft)
  • Egocentrisme
  • De peuter kan zich niet verplaatsen in een ander, bekijkt alles van eigen perspectief
  • Peuterpuberteit, oftewel koppigheidsfase
  • Leren en steun d.m.v. een knuffel
  • Geen schaamte gevoel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kleuter beseft wat goed en fout is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleuter (4-6 jaar)
Sociale- en persoonlijkheids ontwikkeling
  • Bewustwording eigen individu, leidt tot ontwikkeling zelfbeeld: 
  • Leidt tot inzicht oorzaak/ gevolg en omgaan met teleurstellingen (magisch denken neemt af)
  • Opvoedtaak: gerichte complimenten en feedback
Egocentrisme verdwijnt naar de achtergrond
  • Primair sociaal gedrag: helpen, meeleven en denken.
  • Conformisme
  • Symbolisch spel: rollenspelen (vader/ moedertje)
  • Ontwikkeling van schaamtegevoelens en schuldbewustzijn (het geweten)
  • In het denken van de kleuter: goed is wat goed voelt en slecht is wat je verdrietig maakt
  •      Hangt enorm samen met de autoriteit én straffen/ belonen. 

Slide 13 - Tekstslide

Conformisme, ergens bij willen horen

Waar denk je aan bij schoolkind?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkind 6-12 jaar
Sociaal- emotionele ontwikkeling
6 tot 8 jaar
          - Afwegen van emoties
          - Gericht op eerlijkheid
          - Verdere ontwikkeling schaamtegevoel
                 - Omgang leeftijdsgenoten (leer van sociale regels)
 8 tot 10 jaar
           - Onderlinge concurrentie van leeftijdsgenoten
           - Kind is gevoeliger voor afkeuring
           - Meer inhoudt aan vriendschappen --> vriendschap zijn kortdurend.
           - Conformisme: kind past zich aan. Wil niet opvallen, dus doet mee met de groep.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sociaal kenmerk van een schoolkind?
A
Het kind is snel afgeleid
B
Het is belangrijk bij de groep te horen
C
Het kind is egocentrisch
D
Het kind toont geen emoties

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ontwikkeling
een schoolkind wil graag opvallen in zijn vriendenkring. Het schoolkind is geen volger
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal- emotionele ontwikkeling
10 tot 12 jaar
         - Peergroups
          - Pre- puberteit
          - Sociale identiteit (onderzoeken van de mening van de omgeving)
          - Geweten op basis van ‘goed willen zijn’
          - Emoties inschatten
          - Identificatiefiguur: persoon waar kinderen zich mee vergelijken
          - Pesten --> Negatieve invloed op het zelfbeeld, sociaal emotionele ontwikkeling

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een adolescent?
A
Is het zelfde als een puber
B
Is een volwassenen
C
Valt nog onder een kind
D
Zit tussen een puber en een volwassenen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adolescent (17-22 jaar)
Adolescenten zijn erg idealistisch, dit is logisch aangezien ze nog een heel leven voor zich hebben. Ze hebben allerlei idealen over de ideale man/ vrouw, het gezinsleven, ambitieuze carrière etc.
In de adolescentiefase zijn ze tevens erg gericht op vrijheid,
een traditioneel leven is pas op veel langer termijn. Op dit moment
gaat het om jezelf ontdekken en onderscheiden (persoonlijkheid
ontwikkeling
Dit zie je tegenwoordig terug in dat mensen gaan backpacken. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oudere Volwassene
Jong Volwassene
Midden Volwassenen
Vaste relatie en eigen woning
Gezinsleven en levensvragen 'is dit het?'
Minder werken en het lege nest syndroom

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volwassenheid
De jongvolwassenheid (25-40 jaar)
De midden-volwassenheid (40-55 jaar)
De oudere volwassenheid (55-67 jaar)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ontwikkeling
Gericht op:
  • Werk
  • Relatie met partner
  • Kinderen krijgen en opvoeden
  • Relatie met eigen ouders
  • Vrienden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij graag volwassen willen zijn?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen 67 en ouder

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen (67 jaar en ouder)
Sociaal emotionele ontwikkeling
  • Partnerrelatie na pensioen
  • Overlijden partner
  • Pensioen en vrijwilligerswerk
  • Relatie eigen kinderen en kleinkinderen
  • Verlies naasten - Identiteit oudere; karakter en oud zoals je leeft

Levenslooppsychologie:
De wetenschap die bestudeert hoe iemands leven is verlopen en welke situaties effect hebben gehad op de ontwikkeling. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Conformisme, conditioneren