De Koude Oorlog - EU en het einde

Europa & het einde v.d Koude Oorlog
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Europa & het einde v.d Koude Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Na WO2
West-Europa: Krijgt financiële steun van Amerika = Marshallplan.
De VS geeft veel geld & middelen aan West-Europese landen voor de wederopbouw. Meeste is een gift.

Slide 2 - Tekstslide

Welk economisch motief zou de VS hebben met het Marshallplan?

Slide 3 - Open vraag

Welk politiek motief zou de VS hebben met het Marshallplan?

Slide 4 - Open vraag

Europese integratie
Europa moet van Amerika beter gaan samenwerken:
  • De EGKS wordt opgericht voor de handel in kolen en staal
  • Later: EEG
  • Nog later EU: economische EN politieke samenwerking tussen Europese landen

Slide 5 - Tekstslide

Problemen in de SU
De economie van SU groeide traag. Men had het slecht. Planeconomie was traag en de kwaliteit was laag.

Er moesten hervormingen komen.

Slide 6 - Tekstslide

Gorbatsjov
Kwam met twee hervormingen: perestrojka & glasnost.
Het doel was: het communisme enigszins hervormen zodat het beter werd en de S-U machtiger kon worden.

Slide 7 - Tekstslide

Hervormingen van Gorbatsjov
Maar: Gorbatsjov richt zich vooral op Rusland. Andere landen kunnen de bevolking niet meer onderdrukken.
In aantal Oost-Europese landen valt het communisme weg.

Slide 8 - Tekstslide

Sovjet-Unie zelf
Ook in de Sovjet-Unie komen er door de hervormingen meer mensen met andere ideeën aan hoge posities.

Het communisme valt weg en de Sovjet-Unie valt uiteen.

Slide 9 - Tekstslide

Val van de Berlijnse Muur
In Duitsland wordt de situatie onhoudbaar: de grenzen gaan open en de muur wordt weggehaald. Niet veel later wordt Duitsland weer één land.

Het communisme is verslagen en daarmee, volgens vele, is de Koude Oorlog voorbij

Slide 10 - Tekstslide

Wat vind jij: is de Koude Oorlog hier echt afgelopen? Waarom wel/niet?

Slide 11 - Open vraag