Herhalingsles KBL

Herhalingsles H2 Licht
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles H2 Licht

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • LessonUp vragen over 2.3 (KBL paragraaf)
  • Tekenvragen 2.3 
  • KBL punt van 2.5 bij langs 
  • Tijd om te kijken wat nog lastig gevonden wordt

Slide 2 - Tekstslide

Wat vinden jullie nog lastig?
Deze woensdag H2 afmaken
Volgende week woensdag H2/ H6 herhalen

Slide 3 - Tekstslide

H2 Licht en beeld
2.1 Licht en kleuren zien
2.2 Licht en schaduw
2.3 Spiegelbeelden (KBL)
2.4 Lenzen
2.5 Brillen en contactlenzen 

Slide 4 - Tekstslide

Leervragen bij 2.3 spiegels
Hoe wordt licht teruggekaatst?
Hoe ziet een spiegelbeeld eruit?
Hoe werkt een reflector?
Wat is het gezichtsveld?
Wat is een ‘dode’ hoek?

Slide 5 - Tekstslide

Een spiegel weerkaatst het licht in 1 richting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor weerkaatsing
zie je hier?
A
glanzende weerkaatsing
B
diffuse weerkaatsing
C
spiegelende weerkaatsing
D
indirecte weerkaatsing

Slide 7 - Quizvraag

Je gaat een nieuwe rugzak kopen. Je staat voor een spiegel. in welke figuur is het spiegelbeeld goed getekend. 
juist

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de spiegelwet?
A
"Letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"Bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"Een spiegel is altijd vlak"

Slide 9 - Quizvraag

welke tekening geeft de spiegelwet juist weer?
A
.
B
.
C
.
D
.

Slide 10 - Quizvraag

hoe ziet je spiegelbeeld eruit in een gewone spiegel
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf

Slide 11 - Quizvraag

Op welke foto ligt de geodriehoek goed om een spiegelbeeld te maken van de vierhoek?
A
foto 1
B
foto 2
C
foto 3
D
geen foto

Slide 12 - Quizvraag

Welk van de nummers geven het gezichtsveld aan?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 4
D
3 en 4

Slide 13 - Quizvraag

Een reflector geeft licht.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Tekenvragen bij 2.3
  1. Hoek van inval/ uitval tekenen 
  2. Spiegelbeeld tekenen
  3. Gezichtsveld tekenen

Slide 15 - Tekstslide

1. Hoek van inval/ uitval tekenen
Spiegelwet 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe houd je de geodriehoek?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

2. Spiegelbeeld tekenen
Voorwerpafstand v : afstand tussen jou en de spiegel
Beeldafstand b: afstand van jouw spiegelbeeld tot de spiegel 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe houd je de geodriehoek?

Slide 21 - Tekstslide

Spiegelende weerkaatsing
Hoek I = Hoek U
Spiegelbeeld
b = v 

Slide 22 - Tekstslide

3. Gezichtsveld tekenen

Slide 23 - Tekstslide

Soms spiegel verlengen

Slide 24 - Tekstslide


Je leert hoe je een oogafwijking verhelp

Deel van 2.5, KBL

Slide 25 - Tekstslide

Oogafwijkingen
  • Als je ouder wordt komt het nabijheidspunt verder van je oog af te liggen.
  • Je oog kan dan minder goed accommoderen.
  • Soms is een oogafwijking ook aangeboren.
  • Je gebruikt een (lees)bril of contactlenzen om jouw ooglens te helpen. 


Slide 26 - Tekstslide

Sterkte
Wie heeft een bril of contactlenzen
Wat is de sterkte?

Slide 27 - Tekstslide

Geboren oogafwijking
  • Lens nodig om scherp te zien 
  • De meeste jongeren hebben holle lenzen 
  • Negatieve sterkte 
  • Bijvoorbeeld - 2,5 dioptrie (dpt) = eenheid van lenssterkte

Slide 28 - Tekstslide

Lenssterkte
  • Brandpuntafstand bepaald de sterkte van de lens
  • Hoe kleiner de brandpuntafstand des te sterkte de lens
  • Bij welke lens krijg je ook alweer de kortste brandpuntafstand?

Slide 29 - Tekstslide

Twee verschillende vragen 
  1. Brandpuntafstand is bekend,  lenssterkte berekenen
  2. Lenssterkte bekend, brandpuntafstand berekenen 

Let op: de brandpuntafstand moet in m staan
s=f1

Slide 30 - Tekstslide

Twee verschillende vragen 
  • Kan er een negatief getal uit de lenssterkte komen?
  • Nee?
  • Je zet er een (-) voor als je weet dat het over een holle lens gaat en een (+) als het over positieve lens gaat
s=f1

Slide 31 - Tekstslide

voorbeeld berekening
De brandpuntafstand van een positieve lens is 30 cm. Bereken de sterkte van de lens. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • f = 30 cm = 0,3 m 
  • s
  • s = 1 : f
  • s = 1 : 0,3 
  • sterkte is + 3,3 dpt
timer
2:00
s=f1

Slide 32 - Tekstslide

voorbeeld berekening
De sterkte van een lens is -2,5 Bereken de brandpuntafstand in cm. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • s = -3,4
  • f
  • f = 1 : s 
  • f = 1 : -2,5 = -0,4
  • brandpuntafstand is -0,4 m = -40 cm 
timer
2:00
s=f1

Slide 33 - Tekstslide

bijziend of verziend

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
Wat 1: Maken 2.5 BLZ 81 opdracht 24 t/m 28
Wat 2: Tekenopdrachten maken
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken met nakijkboekje 2. Kijken wat je nog meer lastig vindt

Slide 35 - Tekstslide

De eenheid van lenssterkte is.....
A
Meter
B
Dpt
C
S
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 36 - Quizvraag

De lenssterkte is 0,5 dpt, wat is het brandpunt van de lens?
A
0,5 m
B
1,0 m
C
1,5 m
D
2,0 m

Slide 37 - Quizvraag

Wat vinden jullie nog lastig?
Deze woensdag H2 afmaken
Volgende week woensdag H2/ H6 herhalen

Slide 38 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk: leren voor de oefentoets
  • Volgende les: oefentoets maken 

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 39 - Tekstslide