Present Perfect - Basis

Present Perfect
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeelden
1. They have been married for 10 years.
2. Terrence has lived in Eindhoven all his life. 
3. Last week was the best week I have ever had.
4. I have never met that woman before. 

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden
1. They have been married for 10 years.
2. Terrence has lived in Eindhoven all his life. 
3. Last week was the best week I have ever had.
4. I have never met that woman before. 

Slide 3 - Tekstslide

Maken en gebruiken
Maken:  Have/has + Voltooid deelwoord
                                        (ww + ed, of 3e onregelmatige werkwoorden)

Gebruiken:
1. Iets dat in het verleden is begonnen en doorgaat in de toekomst:
     > They have been married for 10 years.
2. Praten over ervaring uit het verleden tot nu toe: 
     > Marc has seen that Film twice before. 
3. Iets dat in het verleden is gebeurt en belangrijk is voor het heden:     
     > I can enter my house because I have lost my keys. 


Slide 4 - Tekstslide

Try it yourself:
Karen ____ (send) me an e-mail.

Slide 5 - Open vraag

Try it yourself:
Melissa and John ____ (visit) the museum.

Slide 6 - Open vraag

Try it yourself:
I ____ just ____(clean)my bike.

Slide 7 - Open vraag

Try it yourself:
Maak zelf een simpele zin. Vergeet niet: have/has + voltooid deelwoord.
_________________________________

Slide 8 - Open vraag

Past Simple of Present Perfect?
Welke van de twee gebruik je wanneer? 

1. I have known Julie for ten years.
2. I knew Julie ten years 

3. I can't enter my house, I have lost my keys.
4. I lost my keys yesterday, it was terrible!

5. I have seen John this week.
6. I saw John last week. 

Slide 9 - Tekstslide

Present Perfect
1. Iets dat in het verleden is begonnen en doorgaat in de toekomst:
     > They have been married for 10 years.

2. Praten over ervaring uit het verleden tot nu toe:
     > Marc has seen that Film twice before.

3. Iets dat in het verleden is gebeurt en belangrijk is voor het heden:
     > I can enter my house because I have lost              my keys. 
Past Simple
1. Iets dat in het verleden afgelopen of afrond is.
   > They were married 10 years before they                  separated. 

2.  Praten over ervaring uit het verleden die niet meer zal voorkomen:
    > I got expelled twice during high school. 

3. Afgeronde actie/gebeurtenis in het verleden:
   > I lost my keys yesterdat, it was terrible! 

Slide 10 - Tekstslide

Handy tips:

Makkelijkste manier om te controleren is jezelf de vraag te stellen: Is de actie (het werkwoord) volledig afgrond in het verleden?        Ja: Past Simple     Nee: Present Perfect

Ezelsbruggetje:  Fyne jas he. 
For, yet, never, ever, just, already, since, how. 
Keywords voor the Present Perfect. 

Slide 11 - Tekstslide

Try it yourself:
She ____ (to be) late for times this week.

Slide 12 - Open vraag

Try it yourself:
Three people ____ (visit) in the hospital last friday.

Slide 13 - Open vraag

Try it yourself:
We ____ (never/try) chicken tandoori before.

Slide 14 - Open vraag

End of today's class
Questions? 

Slide 15 - Tekstslide