Hoofdstuk 3

H3 Goederenontvangst
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 Goederenontvangst

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen en waarom gaan we dit doen?



  • H3 herhalen 

  • Belangrijke stof voor stage / werkstuk
  • Uitleg is handig om zometeen verder te kunnen gaan met het oefenexamen

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je weten voordat er een vrachtwagen met artikelen komt?

  • Je weet hoeveel leveringen je kunt verwachten
  • Je weet of er genoeg mensen zijn om te helpen
  • Je weet of de juiste transportmiddelen klaar staan 

Slide 3 - Tekstslide

Wie weet wat retourgoederen zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Retourgoederen
  • Retourgoederen zijn goederen die verkeerd zijn bezorgd of niet aan de eisen van de winkelier voldoen. [kapot of kwaliteit niet goed] 

Slide 5 - Tekstslide

Weet iemand wat emballage is?

Slide 6 - Tekstslide

Emballage
  •  Emballage is verpakkingsmateriaal waar statiegeld op zit.
    Bijvoorbeeld pallets, rolcontainers, kledingrekken of bakken waar planten in hebben gezeten.

Slide 7 - Tekstslide

Hulpmiddelen
  • De chauffeur heeft vaak eigen hulpmiddelen bij zich om de goederen te lossen.
  • Weet iemand welke 9 hulpmiddelen er zijn? 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een vrachtbrief?

Slide 12 - Tekstslide

Vrachtbrief
  • Op vrachtbrief staat:
    Adres van de winkelier en de leverancier
    Wie het vervoer moet betalen [vrachtkosten]
    Aantal geleverde colli 

Slide 13 - Tekstslide

Wie weet wat een colli is?

Slide 14 - Tekstslide

Colli
  • Colli zijn aantal dozen of andere verpakkingseenheden waarin de artikelen worden vervoerd.
    [1 collo en meerdere colli] 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is kwantitatieve controle?

Slide 16 - Tekstslide

Kwantitatieve controle
  • Kwantiteit is een ander woord voor hoeveelheid of aantal
  • Deze controle doe je aan de hand van de vrachtbrief 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is dan de kwalitatieve controle?

Slide 18 - Tekstslide

Kwalitatieve controle
  • Na het sorteren is het tijd voor de kwalitatieve controle
  • Hiervoor gebruik je de pakbon in plaats van de vrachtbrief
  • Je kijkt hierbij naar de kwaliteit van de goederen, de staat van de goederen. Je kijkt of de goederen beschadigd zijn en of het de juiste goederen zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is derving?

Slide 20 - Tekstslide

Derving
  • Derving is verlies dat ontstaat als artikelen kapotgaan, bederven, worden gestolen of op een andere manier zoekraken 

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn opslagmethodes?
Weet iemand welke 4 manieren er zijn om goederen op te slaan?

Slide 22 - Tekstslide

De 4 opslagmethodes
  • Op de vloer 
  •  Op een vlonder of pallet
  • In een stelling
  • In een koel- of vriescel

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn seizoenartikelen?

Slide 24 - Tekstslide

Seizoensartikelen
  • Seizoenartikelen verkoop je in een bepaald seizoen meer dan in een ander seizoen [korte broeken of slippers]

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn fast movers?

Slide 26 - Tekstslide

Fast mover
  • Een fast mover [snelloper] is een artikel dat snel wordt verkocht.

  • Zullen deze artikelen dan vooraan of achteraan in het magazijn staan?

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn slowmovers?

Slide 28 - Tekstslide

Slow mover
  • Een artikel dat niet zo snel wordt verkocht, heet een slow mover [langzaamloper]

  • Zullen deze artikelen dan vooraan of achteraan in het magazijn staan?

Slide 29 - Tekstslide

Omverpakking


  • Artikelen komen binnen in een verpakking. Meerdere artikelen zijn bij elkaar in een verpakking gestopt. Een verpakking om een aantal kleine artikelen heet een omverpakking > kartonnen doos om de blikjes cola

Slide 30 - Tekstslide

Consumentenverpakking
  • De verpakking waarin de consument [klant] een artikel koopt heet de consumentenverpakking. Deze verpakking maakt het artikel voor de klant herkenbaar en aantrekkelijk. 

Slide 31 - Tekstslide

Pictogram 
  • Een pictogram is een afbeelding of symbool.
    De pictogrammen op een verpakking geven aanwijzingen hoe je moet omgaan met dit artikel. [Dit heet ook wel een etiket.

Slide 32 - Tekstslide

Behandelingsetiketten
  • Een behandelingsetiket geeft aan hoe je de goederen bij het vervoer en de opslag moet behandelen. 

  • Wat betekenen deze behandelingsetiketten?

Slide 33 - Tekstslide

Wat is een gevarenetiket?

Slide 34 - Tekstslide

Gevarenetiket
  • Een gevaren etiket waarschuwt je voor gevaren. Sommige goederen bevatten stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de mens. Deze goederen zijn verplicht voorzien van een gevaren etiket. 

Slide 35 - Tekstslide

Weet iemand waar je op moet letten als je artikelen gaat tillen?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak nu hoofdstuk 3 van het oefenexamen

Slide 38 - Tekstslide