§11.1 - Man en Vrouw

Hoofdstuk 11 Voortplanting
§11.1 - Man en Vrouw
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11 Voortplanting
§11.1 - Man en Vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Kan je alleen man of vrouw zijn?

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting -> man + vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer wordt je man of vrouw (in de biologie)?

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens de puberteit?

Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens de puberteit?

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens de puberteit?
https://schooltv.nl/video/wat-gebeurt-er-in-de-puberteit-in-je-hersenen-je-puberbrein-ontwikkelt-zich/

Slide 7 - Tekstslide

Programma
  • Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen

  • Filmpje
  • Uitleg opdracht
  • Aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Weektaak
Opdrachten van §11.1, inclusief 'toepassen'

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortlantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt
- Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de mensturatiecyclus 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Volwassen - Man

Slide 13 - Tekstslide

Volwassen - vrouw

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Puberteit man
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe. 

Voortplantingscellen man = zaadcellen


Slide 16 - Tekstslide

Puberteit man
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe. 
Voortplantingscellen man = zaadcellen

* een jongen is vruchtbaar vanaf zijn eerste zaadlozing

Slide 17 - Tekstslide

Puberteit vrouw
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in de eierstok. Na 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider. = ovulatie

Slide 18 - Tekstslide

Puberteit vrouw
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in de eierstok. Na 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider. = ovulatie

* een meisje is vruchtbaar na eerste menstruatie

Slide 19 - Tekstslide

Sperma bestaat uit
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van de eileider?
A
Vervoer eicel naar eierstok
B
Opslag eicel
C
Vervoer eicel naar baarmoeder
D
Ontwikkeling eicel

Slide 21 - Quizvraag

Hoe kom je in de puberteit?

Slide 22 - Open vraag

Wat weet je al van de menstruatiecyclus?

Slide 23 - Open vraag

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Link

In één plaatje





Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Beschrijf wat er tijdens
de menstruatiecyclus gebeurt
met een eicel (geen bevruchting)
timer
2:00

Slide 28 - Open vraag

Beschrijf wat er tijdens
de menstruatiecyclus gebeurt
met de baarmoeder (geen bevruchting)
timer
2:00

Slide 29 - Open vraag

Hormonen en menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse 
en de hormonen progesteron en oestrogeen.

  • Hypofysehormoon     -> zorgen dat de follikel gaat groeien

  • Oestrogeen                -> wordt gemaakt door follikel vooral vóór ovulatie
(baarmoederslijmvlies wordt daardoor dikker en ovulatie vindt plaats)

  • Progesteron               -> wordt gemaakt door lege follikel na de ovulatie. 
Zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed blijft.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 33 - Quizvraag

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 34 - Quizvraag

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 36 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?

Slide 37 - Tekstslide

Exit-vragen:

1. Leg uit via welke weg een zaadcel het lichaam verlaat.
2. Leg in eigen woorden uit hoe de menstruatiecyclus werkt.

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video

Kopieer de volgende link:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm

Maak de opdracht.
Maak een foto van je score en lever deze hier in.

timer
5:00

Slide 40 - Open vraag

Kopieer de volgende link:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.htm
Maak de opdracht.
Maak een foto van je score en lever deze hier in.
timer
5:00

Slide 41 - Open vraag