Krachten in actie

Krachten in actie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Krachten in actie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kan jij de verschillende soorten krachten uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet jij al over krachten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn krachten?
Krachten zijn duwen of trekken op een voorwerp. De SI-eenheid van kracht is de newton (N).

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat krachten zijn en wat de SI-eenheid van kracht is.
Zwaartekracht
De zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde op alles trekt. De zwaartekracht op aarde is ongeveer 9,81 N/kg.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat de zwaartekracht is en wat de waarde is op aarde.
Wrijvingskracht
Wrijvingskracht is de kracht die ontstaat als twee voorwerpen over elkaar heen schuiven. Het zorgt ervoor dat voorwerpen niet zomaar wegglijden.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat wrijvingskracht is en geef een voorbeeld.
Spankracht
Spankracht is de kracht die ontstaat als iets wordt uitgerekt of samengedrukt. Denk bijvoorbeeld aan een elastiek.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat spankracht is en geef een voorbeeld.
Normaalkracht
Normaalkracht is de kracht die voorkomt als twee voorwerpen elkaar raken. Het is altijd loodrecht op het raakvlak.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat normaalkracht is en geef een voorbeeld.
Actie-Reactie
Actie-Reactie is de kracht die ontstaat als er een actie plaatsvindt. Bij elke actie is er een gelijke en tegengestelde reactie.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat Actie-Reactie is en geef een voorbeeld.
Krachten tekenen
Krachten kunnen getekend worden met pijlen. De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan en de grootte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de studenten zien hoe ze krachten kunnen tekenen en wat de pijlen betekenen.
Voorbeeldvragen
Welke kracht is nodig om een auto te laten bewegen? Hoe teken je de wrijvingskracht als een doos over de grond wordt geschoven? Wat is een voorbeeld van actie-reactie?

Slide 11 - Tekstslide

Geef de studenten voorbeeldvragen om te beantwoorden na het leren over de verschillende soorten krachten.
Oefening
Teken de krachten die werken op een object dat van een helling rolt.

Slide 12 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om de krachten te tekenen die werken op het object.
Antwoord oefening
Het zwaartepunt van het object trekt het naar beneden, terwijl de wrijvingskracht van de helling het object afremt.

Slide 13 - Tekstslide

Laat het antwoord zien en leg uit waarom deze krachten werken op het object.
Samenvatting
Krachten zijn duwen of trekken op een voorwerp. De verschillende soorten krachten zijn zwaartekracht, wrijvingskracht, spankracht, normaalkracht en actie-reactie. Krachten kunnen getekend worden met pijlen.

Slide 14 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Quizvraag
Welke kracht ontstaat als iets wordt uitgerekt of samengedrukt?

Slide 15 - Tekstslide

Stel de vraag aan de studenten en geef ze even tijd om na te denken.
Quizantwoord
Spankracht

Slide 16 - Tekstslide

Laat het juiste antwoord zien en leg uit waarom dit het juiste antwoord is.
Voorbeeldvragen 2
Noem een voorbeeld van wrijvingskracht. Hoe teken je de zwaartekracht als een voorwerp op de grond staat?

Slide 17 - Tekstslide

Geef de studenten nog een paar voorbeeldvragen om te beantwoorden.
Praktische toepassingen
Krachten hebben veel praktische toepassingen, zoals in de bouw, de wetenschap en de sport.

Slide 18 - Tekstslide

Vertel de studenten over de praktische toepassingen van krachten.
Einde van de les
Aan het einde van de les kan jij de verschillende soorten krachten uitleggen.

Slide 19 - Tekstslide

Herhaal het leerdoel van de les en sluit af.
Bronvermelding
Afbeeldingen van Pixabay.com

Slide 20 - Tekstslide

Vermeld waar de afbeeldingen vandaan komen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.