2a 3-1 H5 lezen: kritisch lezen

Deze les
  • 10 minuten lezen
  • H5 Lezen: Kritisch lezen

Lesdoel: Je kunt kritisch lezen of een tekst objectief en betrouwbaar is.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Deze les
  • 10 minuten lezen
  • H5 Lezen: Kritisch lezen

Lesdoel: Je kunt kritisch lezen of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geloof jij altijd alles wat je leest op internet?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe check jij of een tekst op internet betrouwbaar is?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de 2 krantenkoppen over hetzelfde nieuws.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee bronnen van de krantenkoppen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 8 - Open vraag

Kop a neemt het dorp als uitgangspunt en bij kop b staan de stadsbewoners centraal. 

Ook goed: kop a bevat een waarschuwing en kop b geeft een feit weer. 

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid van teksten


Informatie in teksten zijn niet altijd betrouwbaar en objectief.

Daarom moet je een tekst kritisch lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch lezen
Onbetrouwbaarheid: soms klopt de informatie niet.
(bijv. deskundigheid, verouderde tekst)

Subjectiviteit: informatie wordt weggelaten, omdat de auteur daar belang bij heeft.
(bijv. reclamefolders of artikels in roddelbladen)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van een tekst

Een tekst is altijd onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is partijdig als die ergens reclame voor maakt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel bij het kritisch lezen van de tekst de volgende vragen:
  • Is de auteur deskundig?
  • Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang? 
  • Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd?
  • Is de informatie in de tekst niet verouderd?
  • Zijn de mensen die geïnterviewd worden deskundig en betrouwbaar? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
  • Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
  • Staan er sterke argumenten in de tekst?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat?              Maken: opdr. 1, 2, 4 en 5
Hoe?              Zelfstandig (zachtjes overleggen)
Tijd?               15 min
Klaar?            Lezen uit je boek
Uitkomst?   Afsluiting


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Welke vragen stel je bij het kritisch lezen?

Betrouwbaarheid & objectiviteit

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kritische leesvragen:
  • Is de auteur deskundig?
  • Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang? 
  • Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd?
  • Is de informatie in de tekst niet verouderd?
  • Zijn de mensen die geïnterviewd worden deskundig en betrouwbaar? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
  • Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
  • Staan er sterke argumenten in de tekst?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies