H3 B4 De handel groeit weer

H3 Kastelen, kloosters en steden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Kastelen, kloosters en steden

Slide 1 - Tekstslide

B4 De handel groeit weer

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de landbouwproductie steeg en de handel en de steden weer groeide. 
  • Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en twee functies van een gilde beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat burgers van middeleeuwse steden machtiger werden. 

Slide 3 - Tekstslide

B4 begrippen
drieslagstelsel                  stadsrechten
ontginnen                           schout
Hanze                                    schepenen
geldeconomie                   stedelijk-agrarische samenleving (H)
gilde
meester                       
gezel                                         

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt uitleggen waarom de landbouwproductie steeg en de handel en de steden weer groeide. 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom steeg de landbouwproductie?
Drieslagstelsel
ontginnen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 4 en kijk deze na. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ontstonden en groeiden steden?
Meer oogst = meer voedsel 


Bevolking groeit + overschot voedsel  (teveel )

Overschot kun je ruilen. 


Slide 8 - Tekstslide

Op welke plekken gingen gingen mensen hun producten ruilen?

Slide 9 - Open vraag

  Waarom groeide de handel?
Samenwerking in Noord-Europa

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdracht
Maak vraag 5 en kijk deze na. 

Slide 12 - Tekstslide

In een geldeconomie
A
betalen mensen hun pacht in graan en eieren.
B
brengen boeren een steeds groter deel van hun oogst naar de markt.
C
maken mensen hun spullen zoveel mogelijk zelf.
D
ruilen boeren een deel van hun oogst voor geld.

Slide 13 - Quizvraag

Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en twee functies van een gilde beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

De sociale lagen in een middeleeuwse stad
  1. Rijke kooplieden en meesters van een gilde
  2. Winkeliers en ambachtslieden
  3. mensen zonder vast werk, vaak arm
  4. oude en zieke mensen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Economische functie
Sociale functie
Afspraken over prijs en kwaliteit.

Voorkomt concurrentie
Leden van een gilde steunden elkaar bij overlijden en ziekte.

Slide 17 - Tekstslide

Gilde
Groep mensen in een stad met het zelfde beroep

leerling

gezel

Meester

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 8 en 9bc en kijk deze na.

Slide 19 - Tekstslide

Je kunt uitleggen dat burgers van middeleeuwse steden machtiger werden. 

Slide 20 - Tekstslide

Burgers werden steeds machtiger
Stadsrechten 
  • Eigen regels en wetten
  • Eigen rechtspraak
  • Recht om een stadsmuur te bouwen
  • Recht om een markt te houden

Stadsrechten werden gekocht van de heer. 

Slide 21 - Tekstslide

Burgers werden steeds machtiger
Rechtspraak
schout: voorzitter van de rechtbank, benoemd door heer
schepenen: andere rechters, benoemd door rijke burgers

Bestuur
schout en schepenen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Opdracht
Maak vraag 10 en 11 en kijk deze na. 

Havo: maak ook vraag 12 en kijk deze na. 

Slide 24 - Tekstslide

B4 De handel groeit weer
  • Je kunt uitleggen waarom de landbouwproductie steeg en de handel en de steden weer groeide. 
  • Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en twee functies van een gilde beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat burgers van middeleeuwse steden machtiger werden. 

Slide 25 - Tekstslide

B4 begrippen
drieslagstelsel                  stadsrechten
ontginnen                           schout
Hanze                                    schepenen
geldeconomie                   stedelijk-agrarische samenleving (H)
gilde
meester                       
gezel                                         

Slide 26 - Tekstslide

Is er nog iets dat niet duidelijk is en waar ik de volgende les wat meer aandacht aan moet besteden?

Slide 27 - Open vraag