Quantifiers k3

Quantifiers
How much time will this lesson take? I mean, how many minutes are left before we get to go home?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quantifiers
How much time will this lesson take? I mean, how many minutes are left before we get to go home?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Weten we all iets van quantifiers? (Much/Many)

Slide 3 - Open vraag

The basics
Telbaar
Ontelbaar
Many, (a) few, a lot of & lots of
Much, (a) little, a lot of & lots of
Many voor ontkennend
Much voor ontkennend
Many voor vragend
Much voor vragend

Slide 4 - Tekstslide

Maar wanneer is iets nou niet telbaar?
Concepten kan je niet tellen
-Ideeën of ervaringen: Information (Denk TMI, Too much information), work, progress, etc.
-Materialen en stoffen: Water, rice, milk, gold. (How much gold? 24k)
-Het weer: Lightning, wind, rain, snow, but... (Look at how much snow is falling!)
-Namen voor groepen: Luggage, equipment, clothing, rubbish. (There is so much rubbish to clean up...)

Slide 5 - Tekstslide

En wanneer is het telbaar?
Als je iets per stuk kan tellen gebruik je many
How many pizza slices are there?
Oh, about five.
There are so many kids on this ride! At least 14 before us!
We've bought three cartons of milk. Do we need that many?

Slide 6 - Tekstslide

Maar wat is dan het verschil tussen few/little en a few/little?
Denk aan weinig/bijna niks vs een klein beetje
Ze wilde alleen maar een paar momenten voor zichzelf
She just wanted a few moments for herself

Ze had maar weinig momenten voor zichzelf
She only had few moments for herself

Slide 7 - Tekstslide

en maak je dit ontelbaar...
Ze spendeerde vaak een beetje tijd op zichzelf
She often spent a little time on her own

Ze spendeerde vaak maar weinig tijd op zichzelf
She often spent little time on her own

Slide 8 - Tekstslide

Wat wordt er dan bedoelt met a lot of/lots of?
Voor informeel gebruik
There's like a lot of buzz around this new app...

There's lots of things we could do at this moment!

Slide 9 - Tekstslide

Als iets telbaar is... (Minutes, snowflakes, cartons of juice)
Gebruik ik in een formele zin:
A
Much
B
Many
C
a lot of
D
a little

Slide 10 - Quizvraag

Er is maar weinig van, dus gebruiken we...
A
Little/few
B
a little/a few
C
Lots of
D
Much

Slide 11 - Quizvraag

There's so ... wind, I can hardly get my bike to move!
A
Little
B
Many
C
Much
D
Lots of

Slide 12 - Quizvraag

Maak een kloppende zin met Much

Slide 13 - Open vraag

Doe nu hetzelfde met Many

Slide 14 - Open vraag

Geef het verschil tussen few/little en a few/a little

Slide 15 - Open vraag

Welke ontkennende zin is correct geschreven?
A
There aren't much dogs
B
We don't have many time
C
There's so much rain
D
There is so many gold

Slide 16 - Quizvraag

Welke vragende zin is correct geschreven?
A
How much bread have we got left?
B
How much dollars does it cost?
C
How many time did you spend on this?
D
How many rice is in sushi?

Slide 17 - Quizvraag

Dus wanneer gebruiken we nou much en wanneer gebruiken we many?

Slide 18 - Open vraag

En nu jullie
Ga aan de slag met het werkblad
Klaar? ga dan voor jezelf leren voor Engels of evt. een ander vak, maar we blijven stil

Slide 19 - Tekstslide