Hoe denkt een baby?

Hoe denkt een baby?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Toegepaste gedragswetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Hoe denkt een baby?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Jean Piaget
  • Zwitsers psycholoog
  • Bioloog van opleiding
  • bestudeerde de cognitieve ontwikkeling van kinderen
  • °1896
  • + 1980

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hij ontdekte dat de potentie om te leren en zaken bewust te ervaren zich ontwikkelt gedurende de jaren en afhankelijk is per leeftijd. 
Zo gaat een kind door verschillende fasen heen om steeds meer te leren en te ontdekken. 
In het begin denkt een baby bijvoorbeeld dat als het zijn ouders niet meer ziet, ze er helemaal niet meer zijn.      .

Slide 5 - Tekstslide

Later tijdens het vijfde levensjaar wordt het kind steeds slimmer en ontdekt hij dat glazen van verschillende vormen dezelfde inhoud kunnen hebben en dat een kilo ijzer net zo zwaar is als een kilo veren.

Slide 6 - Tekstslide


Piaget heeft verschillende mechanismen ontdekt hoe kennis wordt verzameld. Dat zijn assimilatie, accommodatie en equilibratie. 
Assimilatie is bijvoorbeeld het herkennen van verschillende vaste structuren van vormen die veel op elkaar lijken

Slide 7 - Tekstslide

Assimilatie
Assimilatie (aanpassing):
Het toevoegen van een waargenomen handeling aan een bestaande structuur.
Een kind weet bijvoorbeeld dat een fiets een vervoermiddel is. Als het kind ontdekt dat auto's ook vervoermiddelen zijn, zal hij deze onderbrengen in de structuur van de vervoermiddelen.

Slide 8 - Tekstslide

Accomodatie
Accommodatie (aanbrengen van kennis):
Het schema wordt veranderd door middel van assimilatie.
De structuur vervoermiddelen bevatte eerst alleen de fiets, nu is het kind er door assimilatie achter gekomen dat auto's ook vervoermiddelen zijn. Hierdoor is zijn structuur uitgebreid.

Slide 9 - Tekstslide

Equilibratie
Equilibratie (onderhouden van kennis):
Door assimilatie en accommodatie worden structuren steeds uitgebreider. Kennis wordt dus steeds verder uitgebreid. Om evenwicht te houden tussen assimilatie en accommodatie, is equilibratie nodig. Equilibratie wordt tegenwoordig ook wel omschreven als zelfregulatie.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht p135

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Omschrijf gedrag van Barbara

Slide 17 - Open vraag

Omschrijf gedrag van Boie

Slide 18 - Open vraag

Wat betekend objectpermanentie

Slide 19 - Open vraag

Omschrijf het gedrag van Lies

Slide 20 - Open vraag

Om welke 3 redenen vindt Lies het poppetje niet, ondanks de objectpermanentie

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht p136

Slide 25 - Tekstslide

Odette (drie maanden) ligt op de speelmat. Ze raakt af en toe de rammelaar aan die dan begint
te rinkelen. Ze schrikt telkens wanneer dat gebeurt.
A
Odette handelt bewust.
B
Odette handelt onbewust.

Slide 26 - Quizvraag

Waarom denk je dit?

Slide 27 - Open vraag

Omar (vijftien maanden) zit in de kinderstoel aan tafel met voor hem een lepel en een bord fruitpap. Hij gooit zijn lepel op de grond. Papa raapt de lepel op en legt die terug naast zijn bord.
Opnieuw gooit Omar de lepel op de grond en kijkt meteen naar papa. Papa legt de lepel naast het bord van Omar. Omar lacht.
A
Omar handelt onbewust.
B
Omar handelt bewust.

Slide 28 - Quizvraag

Waarom denk je dit?

Slide 29 - Open vraag

Opdracht p136 oef. 4

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide