Regelmatige werkwoorden

Wo wohnst du?
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wo wohnst du?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Springen
schwimmen
A
spring schwim
B
spring schwimm

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de stam van deze twee werkwoorden?
bestellen
angeln
regnen
A
bestell angel reg
B
bestel angel regn
C
bestell angel regn
D
bestel ang reg

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de stam van deze werkwoorden?
Hoe maak je de stam van een werkwoord (in het Duits)?
A
het hele werkwoord + t
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord
D
het hele werkwoord -en of -n

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik de stam moet vinden van een werkwoord in het Duits
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

leertijd
timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich (spielen) mit dem Hund
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

er (kommen)am Mittwoch
A
komt
B
kommt
C
kommst
D
kommen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


ich (hören) einen Hahn
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ihr (kaufen) Futter für eine Schildkröte?!
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


du (springen) so hoch wie ein Känguru
A
springt
B
springst
C
springen
D
springe

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hannah (streicheln) die Katze
A
streicheln
B
streichele
C
streichelst
D
streichelt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wer (wohnen) in diesem Insektenhotel?
A
wohnst
B
wohnen
C
wohnt
D
wohne

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hannah und Erik (laufen) in dem Zoo
A
lauft
B
laufen
C
laufe
D
laufst

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Müde? Jetzt geht es weiter!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
  • eindigt de stam op een d of een t -> smokkel e bij du/er/ihr
  • antworten  -> du antwortest
  • eindigt de stam op een s-klank?( s ss ß x z)  -> uitgang du is een t
  • reisen           -> du reist


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antworten
ich antworte
du antwortest
er sie es antwortet
wir antworten
ihr antwortet
sie antworten
Sie antworten
ich habe geantwortet
reden
ich rede
du redest
er sie es redet
wir reden
ihr redet
sie reden
Sie reden
ich habe geredet

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie (finden) du mein Haustier?
A
findet
B
finde
C
findst
D
findest

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie lange (warten) du schon?
A
wartst
B
wartest
C
wart
D
warst

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ihr (reden) viel zu viel!
A
redet
B
reden
C
redt
D
redent

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Du hast noch nicht (antworten)!
A
antwortest
B
antwortet
C
geanwortet
D
antworten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In der Schweiz (regnen) es sehr oft
atmen regnen zeichnen rechnen
A
regnen
B
regne
C
regnt
D
regnet

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peter (beantworten) die Frage falsch
A
beantworte
B
beantwortet
C
geantwortet
D
beantwort

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(finden) du Fußball großartig?
A
findst
B
findet
C
findt
D
findest

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik de uitgangen van een werkwoord in het Duits moet toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet jij nu nog doen?
A
oefenen met het vinden van de stam
B
oefenen met het toepassen
C
het rijtje van "wohnen"uit mijn hoofd leren
D
Niets, ik kan dit

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
ge+ stam+t              

Mein Hund hat mit der Katze gespielt


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
-ieren   ->  alléén een t
 Was hast du fotografiert

be- ver-   -> alléén een t
Er hat die Katze versorgt


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke werkwoorden
zwemmen -> ik heb gezwommen
schwimmen -> ich habe geschwommen

In de Lernliste staat de vorm achter het werkwoord: leren!




Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak het voltooid deelwoord van spielen
A
spielte
B
gespielt
C
gespield
D
spielten

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anna hat die Schäfe
(füttern)
A
gefüttert
B
gefütterd
C
gefütert
D
gefüttern

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Du hast noch nicht (antworten)!
A
antwortest
B
antwortet
C
geanwortet
D
antworten

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe ein Kuh (kaufen)
A
gekaufen
B
bekauft
C
kauft
D
gekauft

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hast du die Kaninchen schon (versorgen)
A
geversorgt
B
versorgt
C
gesorgt
D
versorgen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik het voltooid deelwoord maak in het Duits
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet jij nu nog doen?
A
oefenen met het vinden van de stam
B
oefenen met het toepassen
C
de theorie leren en oefenen
D
Niets, ik kan dit

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies