Les 2 actieve en passieve vorm
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
0
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Bonno slaat de vis aan de haak.
Ondergaan
De vis wordt aan de haak geslagen door Bonno.
Slide 4 - Sleepvraag
De man heeft de computer gekocht
Ondergaan
De computer is door de man gekocht.
Slide 5 - Sleepvraag
De vrouw bakt een brood.
Ondergaan
Het brood wordt door de vrouw gebakken.
Slide 6 - Sleepvraag
De docent kijkt de toets na.
Ondergaan
De toets wordt door de docent nagekeken.
Slide 7 - Sleepvraag
Hij kamt de hond.
Ondergaan
De hond wordt door hem gekamd.
Slide 8 - Sleepvraag
De vrienden spelen een spelletje.
Ondergaan
Een spelletje wordt door de vrienden gespeeld.
Slide 9 - Sleepvraag
Mirjam eet haar boterham.
Ondergaan
De boterham wordt door Mirjam gegeten.
Slide 10 - Sleepvraag
Henk opent het raam
Ondergaan
Het raam wordt door Henk geopend
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
De buurman pakt de krant op.
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
Slide 19 - Open vraag
De hond wordt een riem omgedaan.
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
Slide 20 - Open vraag
De auto wordt gestart.
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
Slide 21 - Open vraag
De koe wordt gemolken.
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
Slide 22 - Open vraag
Het baasje roept de hond.
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
1. Bedrijvend/lijdend?
2. Waarom?
