In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Toetsbespreking
Slide 1 - Tekstslide
Vakantie historie
Slide 2 - Tekstslide
https:
Slide 3 - Link
Leerdoel
Controleren
Reflecteren
Leren voor in de toekomst
Slide 4 - Tekstslide
Werkwijze
Tel punten na
Alleen potlood
Stel vragen
Onduidelijk? Noteer *
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 1
C – E – A – F – D – B
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 2
Dit Groot Privilege zal niet zijn blijven bestaan, want de Staten-Generaal (1464) en de gewesten krijgen hier speciale rechten / inspraak / zelfbestuur (1p) en dat wilde Karel V niet (hij wilde juist centraliseren / centralisatie). (1p)
Deels bleven de privileges bestaan gezien Karel V enigszins op goede voet stond met de Nederlanden. De Staten-Generaal kwam onder hem nog steeds bijeen (1p)
Slide 7 - Tekstslide
Vraag 2B
Ze hadden vaak lage lonen / leden snel hongersnood (1p) en Brussel deed daar niets aan. (1p)
Slide 8 - Tekstslide
Vraag 3
De gewesten spraken af de plunderende Spaanse soldaten uit het land te verdrijven. (1p) Dit past bij de bron omdat op het einde wordt gezegd dat zowel de protestanten als de katholieken ‘beroofd werden van al hun bezittingen’. (1p) Daarom wilden alle gewesten de soldaten weg hebben. (1p)
Voorlopig geen aandacht besteden aan verschillen in godsdienst.
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 4
a. De Spanjaarden veroverden Antwerpen. (1p) Omdat er veel rijkdom / handel was in Antwerpen, sloten de opstandige / noordelijke gewesten de Schelde af. (1p)
b. Door het afsluiten van de Schelde trokken veel rijke handelaren naar Amsterdam / ging alle handel naar Amsterdam. (1p)
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 4C
Moedernegotie / VOC-specerijenhandel / bloeiende nijverheid / WIC-slavenhandel, stapelmarkt, vrachtvaarders, specialisatie, zuivelproduct (2p voor twee goede antwoorden)
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 4D
Spanje erkende de Republiek als zelfstandig land
Zuidelijke gewesten bleven bij Spanje
Republiek zou zuidelijke gewesten met rust laten (2p voor twee goede antwoorden)
Slide 12 - Tekstslide
Vraag 5
a. De stadhouder was opperbevelhebber van het leger (1p). Als hij succesvol was in een oorlog, dan kon hij op die manier vaak zijn macht (in de politiek / het bestuur) vergroten. (1p)
b. De raadpensionaris van de Republiek kwam uit Holland. Omdat Holland veel invloed / macht had, had de raadpensionaris dat ook. (1p) Daarnaast werd de raadpensionaris vaak voor langere tijd benoemd. (1p)