2V Bijvoeglijk naamwoord: vorm en plaats

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Het bijvoeglijk naamwoord

Vorm & plaats

Ga naar Classroom H5

Open in Google Classroom H5/ Bron C Bijvoeglijk Naamwoord/ Wordbestand - Bijvoeglijk naamwoord: vorm & plaats 

Welk woord heeft van zichzelf de eigenschap dat het mannelijk of vrouwelijk is?

1. La
2. Mon
3. plage
4. belle

Kies de juiste vorm:

Une fille ....

1. mignon
2. mignonne
3. mignons
4. mignone

Kies de juiste vorm:

Une voiture ......

1. rouge
2. roux
3. rougee
4. rousse

Kies de juiste vorm:

les idées (v) ......

1. dangereux
2. dangereuse
3. dangereux
4. dangereuses

Kies de juiste vorm:

Les amis .....

1. française
2. français
3. françaiss
4. françaises

Kies de juiste vorm:

la famille ......

1. italien
2. italiene
3. italienne
4. italiennes

Kies de juiste vorm:

les gestes .....

1. sportifs
2. sportif
3. sportive
4. sportives

Geef de juiste vorm van cher:

C'est une robe ....

Geef de juiste vorm van blanc:
La neige est ...

Hoe weet ik of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk en enkelvoud of meervoud is?

Kies de juiste vorm:

La femme d'Obélix est aussi

1. gros
2. grose
3. grosse
4. grosses

Kies de juiste vorm:

C'était une ...... journée

1. longue
2. long
3. longs
4. longues

Kies de juiste vorm:

C'est un .... hôtel

1. beau
2. bel
3. belle
4. beaux

Kies de juiste vorm:

L'hôtel est ....

1. beau
2. bel
3. belle
4. beaux

Kies de juiste vorm:

Le ..... élève

1. nouveau
2. nouvelle
3. nouvel
4. nouvelles

Kies de juiste vorm:

L'élève est ....

1. nouveau
2. nouvelle
3. nouvel
4. nouvelles

Kies de juiste vorm:

Les .... châteaux (m)

1. vieux
2. vieil
3. vieille
4. vieilles

Kies de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord

1. La verte voiture
2. La vert voiture
3. La voiture verte
4. La voiture vert

Kies de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord:

1. La jeune fille
2. La fille jeune
3. La jeunes fille
4. La fille jeunes

Kies de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord:

1. La bel histoire
2. L'histoire belle
3. La belle histoire
4. L'histoire bel

Kies de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord:
arts (m) = kunsten

1. Les beaux arts
2. Les arts beaux
3. Les belles arts
4. Les arts belles

Zet in de volgende zin de woorden beau en sportif op de juiste plaats en in de juiste vorm:
La ....... fille ....... est amoureuse.
Noteer de gehele nieuwe zin.

Zet in de volgende zin het woord nouveau op de juiste plaats en in de juiste vorm:
La belle fille sportive est ......
Noteer de gehele nieuwe zin.

Vond je de uitleg in de video duidelijk?
1 = helemaal niet duidelijk
5 = helemaal duidelijk

15

Ik herkende de regels over de vorm en de plaats van het bijvoeglijk naamwoord uit de brugklas. Die snap ik.
1 = helemaal niet waar
5 = helemaal waar

15

Vragen?

Stel ze aan je docent.

Zo niet, ga dan direct aan de slag met ex. 13 + 14 van H5 in je digitale boek m.b.v. p. 64 tb. en/ of de uitlegvideo die ook in Classroom/ H5 staat.