Les 4 Taaltechnologie

Les 4 Taaltechnologie
Noteer zorgvuldig welke oefeningen/pagina's we wel en niet deden.
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 4 Taaltechnologie
Noteer zorgvuldig welke oefeningen/pagina's we wel en niet deden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

BW Schrijfopdracht AI
+ Uploadzone - vragen die je aan AI hebt gesteld

Slide 5 - Tekstslide

Omgaan met AI-tools zoals Copilot of ChatGPT
AI-tools zoals Copilot of ChatGPT kunnen je helpen bij het uitvoeren van je onderzoek, maar het is belangrijk dat je ze verstandig en kritisch gebruikt. Ze zijn een hulpmiddel, geen vervanging voor je eigen denkwerk.

Slide 6 - Tekstslide

✅ Wat mag wel?

• Vragen stellen om begrippen beter te begrijpen.
• Hulp vragen bij het formuleren van een hypothese of het structureren van je tekst.
• Feedback vragen op je inleiding, conclusie of bronvermelding.
• Zoektips krijgen om betrouwbare informatie online te vinden.

Slide 7 - Tekstslide

❌ Wat mag niet?

• Je hele tekst laten schrijven door AI.
• Informatie overnemen zonder te controleren of het juist is.
• Bronnen gebruiken die door AI zijn verzonnen (zogenaamde “hallucinaties”).
• Plagiaat plegen door AI-teksten letterlijk over te nemen zonder bronvermelding.

Slide 8 - Tekstslide

🔍 Hoe gebruik je AI kritisch?

• Controleer altijd of de informatie klopt en actueel is.
• Zoek zelf naar echte bronnen die je kunt vermelden in je paper.
• Gebruik AI als sparringpartner, niet als auteur.

Tip: Als je een tekst laat herschrijven of verbeteren door AI, zorg dat je de inhoud begrijpt en zelf kunt uitleggen. Je bent verantwoordelijk voor wat je indient.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een bron gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Plagiaat
Wanneer je een bron gebruikt, is het belangrijk deze altijd op een correcte manier te vermelden. Doe je dat niet, dan pleeg je plagiaat.
Er bestaan verschillende systemen om dit te doen, wij gebruik het APA-systeem. Dit is één van de meest gebruikte systemen in het wetenschappelijk onderzoek. 

Slide 12 - Tekstslide

Citaat
Parafrase
een letterlijk overgenomen passage uit een publicatie
een weergave in eigen woorden van een passage uit een publicatie.

Slide 13 - Sleepvraag

Stichting OER (2006) concludeert in haar onderzoek dat bewustwording bij docenten, een homogene boodschap, voorlichting en discussieteams voor een instellingsbreed plagiaatbestrijdingsbeleid erg belangrijk zijn.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 14 - Quizvraag

Flankpijn kan worden gedefinieerd als “pijn tussen de ribbenboog en de bekkenkam” (Vrooman & Van Balken, 2021, p. 12).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 15 - Quizvraag

“Slaap is van groot belang voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid” (Meerlo & Havekes, 2021).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 16 - Quizvraag

De kans op conflicten tussen twee landen neemt toe naarmate de onderlinge economische afhankelijkheid groeit. Er zijn drie mogelijke gevolgen wanneer twee landen belangen delen. Steevast ontstaat bij een of meerdere partijen de vrees dat de partner onevenredig veel baat heeft bij de relatie, het samenwerkingsverband zal verbreken, of met een andere partij in zee zal gaan (Friedman, 2015).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 17 - Quizvraag

Trainee Ahmed Yassine werkte als freelance journalist, maar maakte de overstap naar het onderwijs. Over zijn beweegredenen voor de overstap zegt hij het volgende: “Veel 1-op-1 contact hebben, met de jeugd bezig zijn, en echt een relatie kunnen opbouwen met mensen, dat vind ik belangrijk” (Saidi, 2021).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 18 - Quizvraag

Uit onderzoek van Jawara (2021) blijkt dat er veel behoefte is aan informatie over tweetalige opvoeding.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 19 - Quizvraag

Je laat zien dat je de inhoud van de tekst goed begrijpt.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 20 - Quizvraag

Je pleegt geen plagiaat.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 21 - Quizvraag

De originele formulering is zo perfect dat je het niet beter of anders zou kunnen schrijven.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 22 - Quizvraag

Je eigen stem blijft overheersen in je eindwerk.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 23 - Quizvraag

De betekenis van de tekst is niet veranderd.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 24 - Quizvraag

Je wil de mening van een professional neerschrijven.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 25 - Quizvraag

De tekst is in andere woorden uitgedrukt.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 26 - Quizvraag

Je wilt de exacte definitie van een begrip gebruiken.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 27 - Quizvraag

Wat moet je vermelden als je citeert?

Slide 28 - Open vraag

Wat moet je vermelden als je parafraseert?

Slide 29 - Open vraag

Citeren
Een citaat is een letterlijk overgenomen passage uit een publicatie.
Je vermeldt steeds de auteur, publucatiedatum en paginanummering.

Slide 30 - Tekstslide

Citeren
Je doet dit om drie redenen:
  1. Je wilt een begrip definiëren.
  2. Parafraseren zou de kwaliteit van de oorspronkelijke tekst of het idee zou verminderen.
  3. Je gebruikt een citaat om bewijsmateriaal te leveren of een argument te ondersteunen.

Slide 31 - Tekstslide

Parafraseren
Een parafrase is een weergave in eigen woorden van een passage uit een publicatie.
Je vermeldt steeds de auteur en publucatiedatum.

Slide 32 - Tekstslide

Parafraseren
Parafraseren is een weergave in eigen woorden van een passage uit een publicatie.
Als je parafraseert vermeld je steeds de auteur en publicatiedatum.
Volg het stappenplan om te parafraseren
                Stap 1: Lees het stukje tekst meerdere keren zodat je begrijpt wat er staat.
                Stap 2: Noteer de kernwoorden.
                Stap 3: Doe de oorspronkelijke tekst weg en schrijf de tekst in jouw eigen woorden. Gebruik de kernwoorden als kapstok.
                Stap 4: Vergelijk jouw versie met de oorspronkelijke versie. Ga na of er nog veel zinnen in dezelfde woorden staan.
                Stap 5: Maak aanpassingen waar nodig.
                Stap 6: Vermeld de bronnen op een juiste manier.
Enkele tips:
      1. Verander de volgorde van de informatie.
      2. Gebruik zoveel mogelijk synoniemen. De website synoniemen.net kan je hierbij helpen.
      3. Wijzig de zinsstructuur.
      4. Maak van een lange zin meerdere kortere zinnen


Slide 33 - Tekstslide

"Alhoewel ouders niet perse de veroorzakers zijn van gedragsproblemen, kunnen zij wel een
belangrijke rol spelen bij de preventie en vermindering ervan."
Foolen, N. (2012). Wat werkt bij gedragsproblemen en gedragsstoornissen.

Slide 34 - Open vraag

Opmerking parafraseren
Let op:
  • Gebruik geen je- of we-vorm. Als het moet, maak je de zinnen PASSIEF!
  • Maak samengestelde zinnen, lees deze telkens goed na!

Slide 35 - Tekstslide

Er is veel behoefte aan informatie over tweetalige opvoeding (Jawara, 2021).

Slide 36 - Open vraag

Cocaïne breekt je weerstand en vitamines af. Neem vitamines en eet stevige, gezonde maaltijden (Druglijn, 2023).

Slide 37 - Open vraag

Waaraan merk je dat er autisme in het spel is?
Je merkt sociale en communicatieve beperkingen.
Je vindt het moeilijk om emoties en interesses aan te voelen en onder woorden te brengen.
Je hebt een neiging om altijd eerlijk te zijn, ook als dit sociaal ontactisch of ongepast is

Slide 38 - Open vraag

2. Enkele taaltechnologische toepassingen verkennen
p. 26

Slide 39 - Tekstslide

Groepswerk
Persoon 1 en 2 beantwoorden de vragen over de zin: "Het paart staat in de wij'.
Persoon 3 en 4 beantwoord en de vragen over "De verpleegster doet zijn werk"

timer
5:00

Slide 40 - Tekstslide

Groepswerk deel 2
1 en 4 informeren elkaar over hun onderdeel.
2 en 3 doen hetzelfde.
Je krijgt een minuut per persoon.
timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

p. 28-31 niet te kennen

Slide 42 - Tekstslide