AK 3 Toerisme op Terschelling

AK 3 Toerisme
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

AK 3 Toerisme

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je weet wat recreatie en vrije tijd is
  • Je weet wat toerisme is en kan het verschil tussen zakelijke toerisme en vakantie en je kan vertellen waarom mensen op vakantie gaan.
  • Je weet waarom het toerisme is gegroeid de afgelopen 60 jaar
  • Je kan uitleggen hoe passagiers door een vliegveld heen komen
  • Je weet wanneer er ergens massatoerisme is
  • Je weet waarom toerisme belangrijk is voor de economie van het eiland en wat voor werk dit creëert. 
  •  Je kan de vijf fasen van de opkomst en verval van een toeristengebied benoemen en je kan aangeven in welke fase Terschelling zit. 

Slide 2 - Tekstslide

Recreatie en vrij tijd: 
  • Wat zou vrije tijd betekenen?
  • De tijd die overblijft na werken, eten en slapen. Dit is dus tijd die je zelf invult op leuke dingen te doen.
  • Die leuke dingen noemen we recreatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering maakt toerisme makkelijk 
  • Je bent toerist wanneer je:
  • 24 uur tot 1 jaar buiten je eigen omgeving bent (eigen omgeving = Terschelling.) 
  • Je hebt zakelijke toeristen = buiten eigen omgeving voor werk, voor meer dan 24 uur.
  • Je hebt vakantiegangers= buiten eigen omgeving voor plezier/familiebezoek voor meer dan 24 uur.
  • Wanneer was jij toerist geweest? 
  • Mensen gaan sinds 1960 steeds vaker en verder weg op vakantie omdat:
  • We rijker zijn geworden en dus geld hebben om dit te doen.
  • We steeds meer vrije tijd hebben, 80 jaar geleden had je nog 6 daagse werkweken, nu werken veel mensen 4 dagen in de week. 
  • Er is meer mobiliteit (dus meer mensen hebben een auto en er zijn meer vliegtuigen, daarom is vliegen ook zo goedkoop) 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom ga jij op vakantie? 
  • Voor het weer (lekker chillen in de zo'n) 
  • Om cultuur te snuiven (dingen te zien en meemaken) 
  • Als je op vakantie gaat vliegen gaat dat ongeveer zo: 
  1. Inchecken (dit kan soms thuis op de mobiel, als je alleen handbagage meeneemt)
  2. Rondlopen op Schiphol al zoekende naar de douane 
  3. 1 uur wachten bij de douane (als je pech hebt) 
  4. Bij de douane gooi je de handbagage in een scan apparaat en wordt je gescand. Heb je geluk mag je doorlopen heb je pech dan word je gefouilleerd en/of moet de handbagage open. (tandpasta meenemen garandeert het laatste) 
  5. Daarna ga je naar de juiste gate  en mag je vaak nog even lekker wachten.
  6. Daarna ga je het vliegtuig in. Voortijd wordt de ticket gescand en dan ga jij lekker vliegen. (opgevouwen in een vliegtuig zitten) 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat betekent massatoerisme?
A
Veel mensen tegelijk vakantie vieren in een gebied
B
Weinig mensen tegelijk vakantie vieren in een gebied
C
Veel geld verdient wordt aan de kust
D
Cultuur van het gebied leren kennen

Slide 7 - Quizvraag

Hebben wij massatoerisme op het eiland? 
  • Ja...
  • Wanneer dan?
  • Oerol en zomervakantie. 
  • Dan hebben we hele grote pieken, waarbij we meerdere weken heel veel badgasten op het eiland hebben.
  • Deze periode noemen we het hoogseizoen. 

Slide 8 - Tekstslide

Voor en nadelen van al dat toerisme op Terschelling
  • Voordeel:
  • Zorgt voor veel werk en geld. Er is hierdoor best wel weinig armoede op Terschelling. 
  • Er zijn  veel voorzieningen (goed openbaar vervoer,  bouwmarkt, veel supermarkten enz.)  voor het toerisme, waar wij ook profijt van hebben.
  • Nadeel:
  • Het zorgt voor overlast, vooral in de zomerweken en tijdens Oerol.





Slide 9 - Tekstslide

Naast gewoon werk creëert al dit toerisme ook veel.....
Seizoenswerk. Dat is werk wat na het hoogseizoen ophoudt.
Veel banen in de horeca, bij hotels enz. verdwijnen dan weer..

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkeling van toerisme: 

Slide 11 - Tekstslide

Fase 1 op Terschelling
  • Van 1900 -  1945:
  • Toen werd Terschelling ontdekt door de eerste rijke inwoners van Nederland.
  • De eerste hotels kwamen voor deze mensen in 1900.
  • In 1909 werd de VVV opgericht, om meer toeristen na het eiland te krijgen.
  • In 1920 kwamen de eerste campings, en in 1930 pas het eerste strandpaviljoen.
  • Veel wegen waren nog van zand, geen riolering en de eilanders leefde van de zeevaart en landbouw 

Slide 12 - Tekstslide

Fase 2 op Terschelling
  • Van 1950 -begin:
  • Hotels, pensions enz. werden herstelt naar de oorlog en gemoderniseerd.
  • Jaren 60 – 70: De welvaart steeg waardoor meer mensen geld konden uitgeven aan vakantie en Terschelling.
  • Jaren 80 -90: Oerol werd voor het eerst georganiseerd en zette Terschelling groot op de kaart.

Slide 13 - Tekstslide

Fase 3 op Terschelling
  • Jaren 2000 – heden: Er komt meer luxe hotels, het eiland raakt vol met toerisme.
  • Het seizoen wordt steeds door activiteiten als de Fjoertoer en de berenloop en het seizoen duurt eigenlijk al 9 -10 maanden 

Slide 14 - Tekstslide

Hebben we een fase 4 op Terschelling gehad? 
  • Nee, wij zitten nog altijd in fase 3, Terschelling is nog altijd aan het groeien en het wordt nog altijd drukker. 
  • Wat zou ervoor kunnen zorgen dat we als eiland in fase 4 komen?
  • Te de dure overtochten
  • Het verdwijnen van de jeugd, waardoor deze mensen later ook niet op het eiland komen
  • Goedkopere alternatieven, zoals Ameland 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we de activiteiten die we doen in onze vrije tijd?

Slide 16 - Open vraag

Vakantieganger 
Zakelijke toerist / geen toerist


A
B
C
D
E

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is geen reden waarom mensen steeds vaker op vakantie gaan?
A
Ze verdienen meer
B
Ze werken minder lang
C
Budget airlines
D
Vakanties zijn goedkoper geworden

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we het seizoen, waarin we massatoerisme tegenkomen op Terschelling?

Slide 19 - Open vraag

Wat is geen voorbeeld van seizoenswerk
A
Skileraar in de Alpen
B
Kok in de horeca
C
Taxichauffeur op Terschelling
D
Ambtenaar bij de gemeente

Slide 20 - Quizvraag

In welke fase van toeristische ontwikkeling zit Terschelling nu. Kies uit: 1, 2, 3, 4 en 5

Slide 21 - Open vraag

Opdracht 
Voor je GPO moet je vier vlogs maken. 1 van je vlogs ga je maken gaat over deze les.
Maak een vlog voor je GPO op het eiland over toerisme op Terschelling. 
Vlog 1 lever je 13 juni in voor feedback, zodat je volgende week maandag weet of je op de goede weg bent of niet. 
Tips waar over je vlog kan gaan:
  • Je kan wat vertellen over de ontwikkeling van toerisme op Terschelling door naar de plekken te gaan waar je ontwikkeling op beeld zichtbaar maakt. Je kan van de vijf fasen drie dus uitleggen en vertellen hoe de andere twee kunnen komen. (alleen voor 1hb2)
  • Je kan ook in je vlog voorbeelden van recreatie en seizoenswerk op Terschelling laten zien, wat vertellen over het hoogseizoen en/of wat laten zien en vertellen over massatoerisme. (voor 1hb1/1hb2) 

Slide 22 - Tekstslide