H5 Water

WATER
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WATER

Slide 1 - Tekstslide

2

Slide 2 - Video

Drinkwater
Drie manieren om in Nederland drinkwater te maken:
  • Grondwater

  • Oppervlaktewater

  • Water uit de duinen
Grondwater
Dit wordt in hoog Nederland opgepompt uit de grond uit ondergrondse rivieren en meren. Deze liggen tussen de 20 en 200 meter diep.
Het water is door de grond gezuiverd maar moet daarna ook nog gezuiverd worden. 

Oppervlaktewater.
Dit wordt in laag Nederland gemaakt, hier is namelijk het grondwater te zout. Het water wordt gemaakt van uit regenwater dat we uit rivieren en meren pompen en schoonmaken.

Duinwater
Water wat bij de kust uit de bodem gepompt wordt. Het water is zoetwater wat tussen zout- en brakwater zit.

Slide 3 - Tekstslide

Oppervlaktewater is:
A
Water dat aan de oppervlakte drijft
B
Water dat op het oppervlak van bv. de straat ligt
C
Water van meren , rivieren en zeeën
D
Lengte X breedte van bv. een meer

Slide 4 - Quizvraag

Winning van drinkwater
Drinkwater is in Nederland voldoende beschikbaar. De twee belangrijkste bronnen voor de winning van drinkwater zijn:
* Oppervlaktewater
* Grondwater       

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke fase? Sleep naar het juiste vak
Vast

Vloeibaar
Gas
rijp
sneeuw
waterdamp
mist
grondwater
gletsjer
wolk
oppervlaktewater
hagel

Slide 7 - Sleepvraag

Een glaasje water.
Welke fase is dit van water?
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Vast

Slide 8 - Quizvraag

Welke 3 fases van water zijn er?

Slide 9 - Open vraag

Faseovergang

Slide 10 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 11 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 12 - Tekstslide

Faseovergangen

Slide 13 - Tekstslide

De waterkringloop
Het water in de zee is vloeibaar.
Door de warmte van de zon verdampt het en wordt waterdamp (gas)
1
Als in hogere luchtlagen de temperatuur daalt condenseert het water weer (vloeibaar). Er ontstaan druppels die als ze zwaar genoeg zijn naar beneden vallen (regen)
2
Als het nog kouder wordt kan de waterdamp zelfs overgaan in de vaste vorm. Het gaat sneeuwen.
3
Sneeuw zal uiteindelijk weer ontdooien (smelten) en met het regenwater via beekjes en rivieren terugstromen naar de zee.
4

Slide 14 - Tekstslide