1. De Industriële Revolutie in Engeland

De industriële samenleving 
van Nederland


1. De Industrële Revolutie in Engeland
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving 
van Nederland


1. De Industrële Revolutie in Engeland

Slide 1 - Tekstslide

Deelvraag: Waarom begon de Industriële Revolutie in Engeland en hoe verliep deze?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de industrialisatie in Engeland begon en verliep.

Slide 4 - Tekstslide

Agrarische Revolutie

noteer de titel van de paragraaf:

1. De industriële revolutie in Engeland

noteer daaronder het tussenkopje:

agrarische revolutie

Slide 5 - Tekstslide

Enclosure
Enclosure is het omheinen en in particulier bezit nemen van gemeenschappelijke woeste gronden en andere vormen van open fields en common fields door grondbezitters (de gentry), zoals dat in Engeland vanaf de 15e eeuw gebeurde. Je kon dus niet meer zomaar ergens planten, de grond werd van de groot grondbezitters.
keerploeg
Een van de landbouwvernieuwingen was de keerploeg, hierdoor kon een boer beter het land bewerken. De ploeg maakte niet alleen de grond open, maar keerde het ook gelijk om, zodat de mest beter mengde met de grond en het onkruid gelijk verstikt werd.
Landbouw rond 1750
Verbeteringen in de landbouw zijn een oorzaak van de Industriële Revolutie, die in de 18e eeuw op gang komt (eerst) in Engeland.
- De keerploeg
- De Enclosure
- Wisselgewassen
Vruchtwisselsysteem
Verbetering in de landbouw waarbij ieder jaar een ander gewas op een bepaald stuk grond wordt verbouwd. Dit is beter voor de grond, die zo minder uitgeput raakt als met het drieslagstelsel.
gevolg
Het gevolg van deze landbouwverbeteringen was, dat er meer grond bewerkt werd en dus meer voedsel beschikbaar kwam. Niet iedereen hoefde meer in de landbouw te werken...is dit een voor- of een nadeel? En voor wie?

Slide 6 - Tekstslide

Agrarische Revolutie

  • 1700: gemeenschappelijke gronden.
  • 1800: Adel koopt grote stukken grond op.
  • Door mechanisering worden akkers sneller bewerkt.
  • Nieuwe zaaitechnieken en kunstmest
  • Gevolg: grotere opbrengsten

Slide 7 - Tekstslide

Demografische Revolutie
Noteer het tussenkopje en lees de tekst

Slide 8 - Tekstslide

Demografische Revolutie
  • Gevolg van de grotere landbouwopbrengsten: de bevolking groeit ook.
  • 1750-1850 van 6 naar 18 miljoen inwoners.
  • Mede oorzaak: betere hygiëne, gezondheidszorg
  • Probleem: meer mensen, meer banen nodig, maar minder werk in de landbouw door mechanisatie

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
 Klassikaal: opdr  1 en 2

Zelf opdr 3 en 4

Bespreken opdr 3 en 4

Slide 10 - Tekstslide

Huisnijverheid
  • De opbrengst van de landbouw was voor kleine boeren niet voldoende
  • Bijverdienen met spinnen en weven

Slide 11 - Tekstslide

Wevers en spinners
  • Weven gaat sneller dan spinnen.
  • 1 wever = 8 spinners
  • Schietspoel
  • Prijsvraag
  • Spinning Jenny wint!

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
 Klassikaal: opdr  5, 7 en 8

Zelf opdr 6

Bespreken opdr 6

Slide 13 - Tekstslide

Van spierkracht naar waterkracht
  • Waterframe van Richard Arkwright
  • 200 keer zoveel spinnen als een persoon
  • niet geschikt voor gebruik in de huisnijverheid
  • moest fabriek bouwen bij rivier

Slide 14 - Tekstslide

Van waterkracht naar stoomkracht
  • Probleem: veel fabrieken langs stromend water en dus ruimte gebrek.
  • Stoommachine van James Watt is dé oplossing
  • Voordeel: De stoommachine kan overalgeplaatst worden.
  • Veelal in steden en nabij de aanvoer van steenkool.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
 Klassikaal: opdr  12-14

Zelf opdr 10 en 15

Bespreken opdr 10 en 15

Slide 16 - Tekstslide

Slechte arbeidsomstandigheden
  • Fabrikanten hadden veel geïnvesteerd in hun fabrieken
  • Geld moest worden terugverdiend (lage kosten, grote winsten)
  • Arbeiders krijgen weinig loon, slechte werktijden en onveilige omstandigheden
  • Er zijn nog geen wetten die de rechten van arbeiders vast leggen.

Slide 17 - Tekstslide

Industriesteden
  • Arbeiders moesten lopend naar het werk kunnen.
  • Steden groeiden om de fabrieken heen en werden steeds groter
  • Urbanisatie
  • Er was nog geen, riolering, straatverlichting, verharde wegen, afvalverwijdering, etc
  • HET WAS ER VIES EN ONGEZOND

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
 Klassikaal: opdr  17 en 18

Zelf opdr 16 en 19

Bespreken opdr 10 en 15

Slide 19 - Tekstslide