Herhaling H9

Hoofdstuk 9: Grafieken en vergelijkingen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9: Grafieken en vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Wat willen jullie herhalen?
formule maken
verbanden (kwadraat, macht, wortel)

inklemmen

Slide 2 - Tekstslide

bereken de periode

Slide 3 - Open vraag

Wat is de amplitude?

Slide 4 - Open vraag

Oppervlakte = 625
Formule van de oppervlakte =50L -
Welke vergelijking hoort hierbij?
L2

Slide 5 - Open vraag

Los op met inklemmen:

625=20LL2

Slide 6 - Open vraag

Teken de lijn
Zwemgeld = 120 euro
Waar komt die?

Slide 7 - Open vraag

Bereken de verschilformule
T=6r+5
T=2r+1

Slide 8 - Open vraag

Welke formule hoort bij de rode lijn?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het verschil van rood - blauw in februari?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de verschilformule
die hoort bij A - B?
A
b = 6a + 4
B
b = 10 a + 4
C
b = -6a -4
D
b=10a2+4

Slide 11 - Quizvraag

Hoelang mogen je assen maximaal zijn als je ze tekent in een assenstelsel?
A
5 blokjes
B
10 blokjes
C
15 blokjes
D
20 blokjes

Slide 12 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de blauwe lijn?

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de verschilformule A - B op.
A: hoogte = 30 - 2t
B: hoogte = 9 + 1,5t

Slide 14 - Open vraag

Wat is de som van maart?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de periode van deze grafiek?
A
0,5
B
1,0
C
1,5
D
2,0

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het minimum van deze grafiek?
A
1
B
2
C
3

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het maximum van deze grafiek?
A
1
B
2
C
3

Slide 18 - Quizvraag

Oppervlakte = 625
Formule van de oppervlakte =50L -
Welke vergelijking hoort hierbij?
L2

Slide 19 - Open vraag

Los op met inklemmen:

625=20LL2

Slide 20 - Open vraag

Teken de lijn
Zwemgeld = 120 euro
Waar komt die?

Slide 21 - Open vraag

Bereken de verschilformule
T=6r+5
T=2r+1

Slide 22 - Open vraag

Welke formule hoort bij de rode lijn?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verschil van rood - blauw in februari?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de verschilformule
die hoort bij A - B?
A
b = 6a + 4
B
b = 10 a + 4
C
b = -6a -4
D
b=10a2+4

Slide 25 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de blauwe lijn?

Slide 26 - Open vraag

Schrijf de verschilformule A - B op.
A: hoogte = 30 - 2t
B: hoogte = 9 + 1,5t

Slide 27 - Open vraag

Wat is de som van maart?

Slide 28 - Open vraag